Swami Kanjalochananda, swami van Paramahamsa Vishwananda voor Kroatië, Servië en Slovenië, op zijn Facebook-pagina:

Vrindavan, het land van mijn dromen, zoals dromen gemaakt zijn, hemel op aarde, een zegen voor de bhaktas. Liefde is alles wat er is. Mijn ervaringen tijdens dit verblijf in Vrindavan kan ik niet in woorden uitdrukken.

De westerse wereld benadrukt vaak trots dat ze zo ver zijn ontwikkeld. Ze verwijzen naar derdewereldlanden, waarmee ze bedoelen dat die onderontwikkeld zijn. India mag volgens het westerse denken arm zijn, de straten vuil en het verkeer chaotisch, maar ik ontdekte dat de Indiase mensen behoorlijk tevreden zijn met wat er is. Ze glimlachen altijd en zijn altijd bereid te helpen.

Op de eerste dag van ons bezoek aan de Bhakti Marga ashram in Vrindavan raakten wij er met kinderen uit de buurt bevriend. Ik moet zeggen dat ik van kinderen houd. Ik beschouw mezelf als een groot kind, dat nooit opgroeide. Ik vond het leuk om tijd met hen door te brengen. Zij hielden van mij en ik van hen. Ik ontdekte dat deze kinderen een zuiverheid in hun ogen hebben, een onbevangenheid bezitten en zij zich volledig op de gebeden concentreren. Dit heb ik op die manier nog niet eerder gezien.

Ik vroeg één jongen, Balram, die door velen nogal ondeugend werd gevonden, naar de tempel te gaan en voor Guruji te buigen. Guruji zat op Zijn asan (stoel) en was aan het zingen. Balram luisterde naar mij en ging direct naar Guruji. Hij bleef vlak voor Guruji staan. Ik had verwacht dat hij op een afstandje zou blijven en zou buigen voor Guruji, maar tot mijn schrik deed hij dit niet. Guruji sprak even met hem en de jongen ging weg. Enkele minuten later kwam hij omgekleed terug en ging hij vlak voor Guruji zitten. Hij concentreerde zich volledig op de gebeden tot die waren afgelopen. Dit herhaalde zich de dagen daarna. Ik zag hem gebeden mompelen en hij probeerde ze mee te zingen. Ondeugend of niet, hij was mijn favoriet.

Er was een andere jongen, die mij onmiddellijk voor zich won. Hij heet Kanhaiya Das, een prachtige naam, die ‘de dienaar van Lord Krishna’ betekent. Ik heb nog nooit zo’n zuiverheid in ogen gezien, als in die van hem. In zijn blik lag zoveel tederheid en liefde, dat ze het koudste hart doen smelten. Ik zou zoveel verhalen kunnen vertellen. De laatste nacht waren de kinderen allemaal naar mij op zoek, omdat ik verlaat was. Drie van hen moesten huilen, omdat ik de dag erna zou vertrekken.

In Vrindavan zijn de apen de heersers van de straat. Omdat de apen alles meenemen wat ze te pakken kunnen krijgen, is de ashram met hekken omheind. De mannen sliepen in de ashram en de vrouwen in het nabijgelegen Jiva instituut. De kamer van Guruji bevindt zich op het dak van de ashram. Soms hoorden wij Hem midden in de nacht iets roepen of we hoorden Hem over de gangen lopen en mensen wakker maken voor de gebeden.

Er kwamen 300 mahants (hoofden van ashrams) naar de opening. De ontmoeting tussen Guruji en de heiligen was ontroerend; Hij stelde zich zo nederig op. Shrila Sadhu Maharaj zei tijdens een satsang: “In Vrindavan verblijven is een grote Zegen, maar er zijn met jouw Guru is het hoogste.” Ik vroeg me af hoeveel mensen dit werkelijk begrijpen. Kirtan (het zingen van devotionele liederen) met Guruji is altijd zegenrijk, maar in Vrindavan is dat zeker het geval. Woorden schieten te kort.

Je kunt in Vrindavan een T-shirt kopen waarop staat: ‘Ik verloor mijn hart in Vrindavan’. Ik wil dit graag beamen en zeg: “In Vrindavan ligt mijn hart en ik draag het altijd met mij mee, Jai Sri Radhe!”

[soliloquy id=”5397″]