Afgelopen donderdagavond was Babaji Day. ‘s Avonds waren er enkele sprekers, waaronder Guruji. Hij is net terug uit India, waar Hij twee pelgrimsreizen met devotees heeft afgelegd.
Hoe bijzonder is het om een heilige te mogen ontmoeten, zij zijn ons grote voorbeeld. Ze kunnen ‘vreemd’ overkomen, bijvoorbeeld als een zwerver of gek. Je herkent ze niet gemakkelijk. Een devotee vertelde over zo’n ontmoeting. Op het moment dat deze devotee Guruji voor de eerste keer ontmoette, herinnerde Guruji hem op een bijzondere en unieke manier aan een ontmoeting die hij jaren geleden met een discipel van Babaji in India had gehad. Guruji raakte een specifieke plaats op zijn borst aan, die hij tijdens zijn ontmoeting met deze discipel zo duidelijk had gevoeld. Op dat moment herinnerde hij zich die ontmoeting en liet Guruji hem zien, hoe bijzonder die was geweest.
Swami Vishwaaniruddhananda vertelde over een ontmoeting tijdens de afgelopen pelgrimsreis met Sri Hanuman (zie eerder blog). Hij vertelde ook over een ontmoeting van Guruji met een discipel van Jagadguru Babaji. Hij was hier graag bij geweest en voegde hieraan toe: “Maar waarom zou je op zoek zijn naar een discipel van Jagadguru Babaji, als je Guruji kent?”
Neem het voorbeeld aan de heiligen, zei Guruji. Zij zijn nog belangrijker, dan de Geschriften om te volgen.
‘De Heiligen komen altijd om de mensen te helpen. Zowel in de christelijke, als in de hindoe-traditie komen Zij altijd. Natuurlijk gebruiken Zij het woord reïncarnatie niet, maar Zij incarneren om te doen wat Zij moeten doen. Heel vaak doen Heiligen, of deze kinderen met een gave, op een stille manier wat Zij moeten doen. Wij, Meesters, praten niet over de dingen die Wij moeten doen. Natuurlijk komen Wij soms daarboven bij elkaar, maar wij praten niet met mensen over wat Wij doen.
Vaak hebben Heiligen een zeer hoge graad van spiritualiteit bereikt, weet je? Zij hebben de Genade van God bereikt, maar om de eer van mensen te ontwijken, gedragen Zij zich buitensporig.
Vele Heiligen hebben Zijn Liefde, Zijn Genade, Zijn Zegen, bereikt. Als Zij dat hebben bereikt, betekent dit dat het voor iedereen mogelijk is. Eerst zul je echter moeten leren jezelf te vergeten. Wanneer je steeds ‘ik’, ‘ik’, ‘ik’, ‘ik’, ‘ik’, op de eerste plaatst zet, is er dan nog plaats voor Hem? Met het ‘ik’, ‘ik’, ‘ik’, ‘ik’, is Hij onmogelijk te bereiken, maar wel als het ‘ik’ is afgesneden, als het ego is verwijderd, want daar gaat het bij spiritualiteit om. Het ego wordt vanuit spiritueel oogpunt als oorzaak van al het lijden en alle pijn beschouwd. Alleen dán, wanneer het ego is verwijderd, zal Hij schijnen. Hiervoor moet je echter leren het ‘ik’ stukje voor stukje op te heffen.
Soms kan het heel eenvoudig zijn, weet je? Je kunt jouw eigen inspanning leveren en heel veel doen, maar toch lijk je nergens te komen! Dan, enkel door de Zegening van een Heilige, ben je gerealiseerd! Waar je ook naar op zoek bent, bij al jouw inspanningen heb je een vonk nodig, nietwaar? Dit is wat de Guru doet.’