De liefhebbende Beschermer
Op de vijfde avond van Navaratri trakteerde Parmahamsa Vishwananda iedereen op een lange satsang over gebed, bhakti en het spirituele pad. Dit zijn fragmenten uit die satsang.
Jai Gurudev allemaal!
Vandaag is dus de vijfde dag. Skanda Mata. Skanda is Lord Muruga. Je hebt gezien hoe Ma vandaag gekleed is, of niet? Ze heeft een baby op Haar schoot.
Ik wil een korte meditatie met jullie doen. Je hebt gezien hoe Zij kijkt, dus visualiseer Haar en visualiseer jezelf in Haar armen. Jij, als Haar kind, zult altijd daar blijven. Hoe groot je ook geworden bent, in de schoot van de Moeder zul je altijd Haar kind blijven. Sluit dus je ogen, denk aan Haar en in plaats van Skanda laat je Haar jouw Moeder zijn, laat Haar je naar de eeuwige Vader, naar Giridhariji brengen.
…
We hoorden in het verhaal van Devi Mahatmyam hoe lief en kalm Devi is, maar als Ze uitgedaagd wordt, verandert Ze in Kali. Een Moeder beschermt haar kind, maar als het kind in gevaar is, neemt de moeder een andere vorm aan. Dat zie je aan de Natuur, hoe Zij beschermt. Als ik het over Natuur heb, bedoel ik niet alleen de mensen. Ik heb het over elke soort die dat moederinstinct bezit; ze zijn daar allemaal mee verbonden, weet je.
Om het kind te beschermen, zal de moeder alles doen, zelfs doden. Als je kind in gevaar is, als je moet doden, dan doe je dat. Ik herinner me een keer toen ik klein was. Mijn ouders hadden een tuin en op een keer viel er een kraai uit de boom. Natuurlijk begonnen de moederkraai en waarschijnlijk de vaderkraai (het waren er twee, dus ik denk dat de ene de vader was en de andere de moeder) te schreeuwen. Mijn moeder ging naar buiten en vroeg zich af wat er aan de hand was. Toen zag ze een babykraaitje dat probeerde te vliegen, maar het nog niet kon. Vanuit haar goede gedachten en gevoel zei ze toen: “Laat mij proberen dat vogeltje, dat baby’tje te helpen.” Dus ging ze er naartoe om de baby te vangen. De moederkraai werd agressief en begon zo heftig rond te vliegen en te pikken dat mijn moeder moest wegrennen! Ma Bhagavati herinnert ons er in dit aspect van Skanda Mata dus aan, dat de universele Moeder alles vasthoudt. Ze houdt iedereen vast en Ze is bereid om ze te beschermen; Ze is bereid om alles uit te storten. Maar vraag jezelf af: ben je er klaar voor? We denken dat we er klaar voor zijn, maar vaak zijn we zo blind dat we niet echt duidelijk zien. Door onze blindheid houden we van ruzie, we houden van schreeuwen, we houden ervan gehoord te worden, maar we vergeten dat wat we ook gehoord hebben, iemand anders zijn ervaring is. Het is niet onze eigen ervaring. Dat betekent niet dat het niet bestaat; dat betekent niet dat het niet gebeurt.
De blinde man en het licht
Ooit woonde er een blinde man in een dorp. Hij was heel twistziek, heel eigenwijs, weet je, en altijd in een slecht humeur. Niemand in dat dorp mocht hem vanwege zijn houding. Hij was blind, hij kon niets zien, maar toch hield hij van ruzie. Weet je, zoals veel mensen die een beetje weten van de dingen, hun argumenten zijn verbazingwekkend. Deze blinde man maakte dus ook ruzie. Hij argumenteerde dat er geen licht is: “Licht bestaat niet.” Natuurlijk had hij gelijk; aangezien hij nooit licht had ervaren, hoe zou hij dan weten wat licht is? En natuurlijk zei iedereen: “Jawel hoor, licht bestaat wel.” Hij zei: “Nee, breng me het licht, zodat ik het kan aanraken. Breng dit licht zodat ik het kan ruiken, breng dat licht zodat ik het kan proeven. Of breng dat licht zodat ik het kan horen.”
Hoe moesten ze het licht nou brengen? Hmm? Je kunt het licht niet aanraken, je kunt het licht niet ruiken, je kunt het licht niet horen, je kunt het niet pakken, of wel? Je kunt het niet proeven. De blinde man was dus altijd aan de winnende hand, en hij was zo trots en zo vastbesloten, zo zelfverzekerd, omdat hij het nog nooit had ervaren.
Op een mooie dag kwam er een wijze man voorbij en de mensen zeiden: “Laten we hem naar die wijze brengen. Hij is een zeer wijze man, weet je, hij kan met hem in discussie gaan.” Ze brachten de man en vertelden de wijze het hele verhaal en hoe twistziek hij was. De wijze was heel kalm en keek hem aan en zei: “Kijk, ik ben hier om de blinden te genezen, maar het is een andere vorm van blindheid die ik genees: geestelijke blindheid. En dat heeft deze man niet nodig. Hij moet fysiek genezen worden. Breng hem alsjeblieft naar zijn dokter.”
Nadat hij hen uitdrukkelijk gezegd had: “Breng hem naar zijn privédokter”, brachten ze hem daar maar heen. Zes maanden later had de dokter hem genezen en na zes maanden kwam hij terug naar de wijze, boog zich voor hem en bedankte hem uit heel zijn hart. Hij zei: “Hartelijk dank dat je me naar de dokter hebt gestuurd, want je had gezien dat ik geen ruzie, geen geestelijke twist nodig had. Als je iets tegen me had gezegd, zou ik voorbereid geweest zijn, ik was zelfs bereid om tegen je te vechten. Ik kwam voorbereid. Toen ze me vertelden dat ik naar een wijze ging, was ik voorbereid. Gelukkig zei je geen woord. Dat toont aan hoe wijs je bent. Je merkte dat ze mij niet hoefden te bewijzen dat licht bestaat. Wat ik nodig had waren medicijnen. Ik had geen bewijs nodig; ik had een arts nodig. Nu kan ik dus zien dat licht bestaat.”
Toen zij de wijze: “Aha, dus licht bestaat? Breng het naar mij, zodat ik het kan proeven! Breng het naar mij, zodat ik het kan aanraken! Breng het naar mij, zodat ik het kan horen!”
De man zei: “Maar dat is onmogelijk. Hoe zou ik dat moeten doen?”
De wijze zei daarop: “Kijk, nu dat je ogen hebt, kun je zien dat licht bestaat. Als je geestelijk blind blijft, zul je echter nooit meer waarnemen dan dat.”
Nadat dit gezegd was, wierp de man zich aan de voeten van de wijze en vroeg: “Nu je mij dit fysieke gezichtsvermogen gegeven hebt, geef me dan alsjeblieft ook het spirituele zicht.”
Men zegt dat er twee soorten overgave zijn. Bij de eerste gaan de mensen op het spirituele pad om zakelijke redenen. God is er alleen om hun wensen te vervullen, niets anders. Dus bidden ze en vereren ze de deity, ze maken een hele show aan de buitenkant, maar alleen voor persoonlijk gewin. Als ze dan niet krijgen wat ze aan één deity hebben gevraagd, wat doen ze dan? Dan gaan ze door naar de volgende deity. Ze horen van iemand: “Die is bevredigender, ga naar die toe”, want die zou hun gebed gemakkelijker verhoren. Dat zie je heel vaak. Je gaat naar de tempel, je ziet de hele tempel vol, maar heel vaak begrijpen de mensen niet echt waarom het Goddelijke verschillende aspecten heeft aangenomen en waarom ze hier werkelijk zijn.
Als je niet echt dat begrip hebt, dat je hier alleen maar bent om de Voeten van de Heer te bereiken, om Hem te dienen, dan zul je altijd dit argument hebben; je zult altijd denken: ‘Ja, ik geef me over, ik ga naar de tempel, ik doe bhakti. De Heer is mij heel dierbaar. Wanneer ik naar de tempel ga, zal Hij naar mij luisteren. Als Hij niet naar mij luistert, is er wel weer een ander. Als die het niet is, dan is wel weer een andere.’ Zo zul je dus velen hebben die van de ene tempel naar de andere gaan en denken dat God hun behoeften wel zal vervullen. Ze bidden niet echt omwille van dienstbaarheid. Ze bidden niet echt om de Heer Zelf te dienen, om naar Hem te verlangen. Ze leren de geschriften en zullen ook wel neerknielen, maar alleen om egoïstische redenen.
Dus wat is bhakti? In bhakti is er onbaatzuchtigheid. De devotee wil geen beloning, wil niets. Je bidt niet, omdat ‘ik zaken met God wil doen’. Eén ding moeten we goed onthouden: Hij is God. Denk je niet dat Hij het weet? Wat voor God zou Hij zijn als Hij niet weet wat je wilt, wat je nodig hebt? Daarom zie je hele massa’s mensen de tempel binnenrennen en zeggen: “O God, geef mij dit; oh God, geef mij dat.”
Wat is het nut van verlangen naar iets van voorbijgaande aard en naar iets dat beperkt is? Het wordt waardeloos als je de keuze hebt om naar het Allerhoogste te verlangen. Daarom vraagt een bhakta niets van de Heer.
Paramahamsa Vishwananda
…
Vaak begrijpen mensen niet wat bhakti is. Ze hebben een bepaalde kennis, maar door hun kennis hebben ze een ander begrip. Terwijl een bhakta die echt verankerd is, niet voor zichzelf aanbidt; die aanbidt om Hem lief te hebben. Bhagavan is zo genadig. Hij zegt: ‘Het doet er niet toe, zelfs uit eigen belang, zelfs die mensen die altijd maar vragen, die zelfs van de ene deity naar de andere gaan, het maakt niet uit. Ze weten niet, dat ze gewoon Mij aanbidden.” In de Gita zei Krishna: “Al deze deities zijn slechts een verlengstuk van Mijzelf. Dus ze aanbidden alleen Mij. Ik vervul via hen hun wens, zodat ze op een dag tot mij kunnen komen.”
Daarom zijn er al die deities, weet je? Toen Lord Krishna zou worden geïncarneerd, zei Narayana tegen Maha Devi: “Jij incarneert eerst, word geboren.” Waarvoor zegende Hij Haar ook? Hij zegende Haar: “zo vaak de mensen zich mij herinneren, zullen zich ook jou herinneren.” Haar rol is namelijk om iedereen eraan te herinneren dat we bij Hem horen. In alle gebeden, aan het einde, bieden we alles aan Sriman Narayana. Zelfs als we de yagna doen, wordt aan het einde het offer aan Narayana gedaan. Ma Bhagavati bereidt je dus ook voor. Ze houdt je vast, Ze draagt je. Zoals gisteren, toen ik vertelde dat Bhakti Devi je zal dragen, voor je zal zorgen, je zal reinigen, je zal zuiveren van alle negativiteit en aan het einde zal Ze je aan de Voeten van Sriman Narayana plaatsen. Dit is jullie dienstbaarheid, dus ga ermee door, ga door en begrijp dat zelfs wanneer je een zeer hoge mate van Verwerkelijking bereikt, de dienstbaarheid niet ophoudt. Het gaat door.
De grote wijzen en heiligen die Godsverwerkelijking bereikten en aan wie Bhagavan verscheen, hielden zij op met dienstbaar zijn of gingen ze ermee door? Het houdt nooit op, omdat ze beseffen dat het leven gaat over het dienen van de Allerhoogste Heer Zelf. Misschien komt dienstbaarheid in verschillende aspecten, maar als je eenmaal hebt begrepen dat in alles wat je doet in het leven, bhakti aanwezig is, dan wordt alles in je leven een dienst. In alles zal er dat spoor van liefde zijn dat je nooit zal verlaten. Bij alles wat je doet: die liefde, die genegenheid, die toewijding zal ook een rol spelen in je dagelijkse leven. Dus je deity die je aanbidt, je Ishtadev, zal altijd bij je zijn, op elk moment.
Stel je voor je bent blind en je zegt: “Ja, vervul mijn wens, dan zal ik U aanbidden”? Zoiets bestaat niet voor een devotee. Zoals ik al zei, als je Bhagavan zoekt, zul je Hem vinden. Maar als je naar de wereld zoekt, zul je de wereld vinden. Als je naar vuil zoekt, vind je overal vuil. Weet dus wat je echt wilt. Als je echt weet wat je wilt, pas dan kun je die gelukzaligheid bereiken.
Degenen die verlangen naar de Allerhoogste Heer Zelf, degenen die echte kennis bezitten en ware wijsheid kennen, verlangen niet naar deze wereld; die voorbijgaand is. Ze verlangen naar iets dat onbeperkt is. Wat is het nut van verlangen naar iets van voorbijgaande aard en naar iets dat beperkt is? Het wordt waardeloos als je de keuze hebt om naar het Allerhoogste te verlangen. Daarom vraagt een bhakta niets van de Heer. Zelfs als de Heer voor hem verschijnt en zegt: “Alsjeblieft, vraag maar.”
Zoals Prahlad Maharaj. Nrsinghadev zei tegen hem: “Vraag me om iets.”
Prahlad zei: “Nee, ik wil U nergens om vragen.”
Nrsinghadev zei: “Waarom niet? Altijd als ik verschijn, vragen de mensen me om iets. Vraag me alsjeblieft!”
Prahlad zei: “Nee, ik wil niets.” Waarschijnlijk dacht Prahlad: “Wat is hier mis mee? Ik heb hem gezegd dat ik niets wil, maar Hij maakt nog steeds ruzie!”
Toen dacht Prahlad een tijdje na en zei: “Oké, ik zal U om één ding vragen: ik vraag U dat ik U nooit om iets zal vragen. Dat is wat ik wil.” Toen was Bhagavan erg blij.
De gopi’s aanbaden Katyayini Devi, nietwaar? Maar omwille van wie? Ja, omwille van Krishna. Ze aanbaden Katyayini niet, omdat ze iets van Haar wilden. Ze aanbaden Haar om Krishna te bereiken, om Krishna te verkrijgen. Elk van hen! Ze spraken niet met elkaar. Zoals heel vaak wanneer je bidt, loop je rond en zeg je: “Weet je, ik heb hierom gebeden en ik heb daarom gevraagd.” Ze waren eigenlijk heel wijs, omdat ze zeiden: “Als ik met die daarover zou praten, zou ze jaloers worden en hetzelfde ook willen.” Dit zat in hen; ze dachten: ‘Nee, ik wil Krishna voor mezelf. Waarom zou ik zeggen wat ik wil?’ Ze hielden dus allemaal hun mond en Ma Bhagavati was daar erg geamuseerd over, aangezien iedereen om hetzelfde vroeg. Dus hoe kon Ze dat weigeren? Ze moest iets maken, of niet? En hun verlangen was zo oprecht. Ze vroegen niet alleen om materiële dingen. Ze vroegen om de Allerhoogste Heer Zelf. Als je deities aanbidt om de Voeten van Giridhariji te bereiken, zal dat worden vervuld. Maar als je alleen aanbidt om iets te bereiken dat beperkt is, zul je je altijd ellendig voelen; je zult altijd deze blindheid hebben, zelfs als je ervan weet, zelfs als je het hoort, zul je nog steeds blind zijn.
Wat voor soort bhakti wil je? Wees wijs; niet door kennis, wees wijs door te luisteren naar je innerlijke roeping. En verlang naar Hem, vraag Ma Bhagavati terwijl Ze Skanda draagt, vraag Haar ook jou te dragen. Je kent misschien niet de bestemming, maar vertrouw. Zeg: “Alstublieft, breng me naar de Voeten van Giridhari.” Waarschijnlijk zal Zij je naar Govardhan brengen en zeggen: “Hier!” Dus laat je niet voor de gek houden. Word echt die devotee die zegt: “Ja, ik geef me over.” Vergeet jezelf daarin gewoon. Plaats Hem eerst. Dan zul je zien hoe Zij je draagt, hoe Ze voor je zorgt, hoe Ze je naar die staat van onbaatzuchtigheid brengt, hoe Ze je meeneemt, zoals Ze de gopi’s meenam. Ze verscheen voor de gopi’s en zei: “Luister, op deze specifieke dag zal Krishna komen.” Ze zei niet eens “Krishna”, Ze zei: “Je wens zal vervuld worden.” Iedereen was zo blij, want het was geen materiële wens. Iedereen wilde alleen maar bij Krishna zijn. Op die manier zal Ze je dus dragen en je naar de Voeten van Krishna brengen.
Vraag Ma Bhagavati om Haar hulp, zodat het pad gemakkelijk voor je kan worden. Het betekent niet dat er geen uitdagingen zullen komen, maar Zij zal je bijstaan.
Paramahamsa Vishwananda
Vaak zijn we van buiten niet hoe we van binnen zijn. Je zegt: “Laat we doen alsof ik devotee ben.” Wie houd je dan voor de gek? Kun je Bhagavan voor de gek houden? Heel vaak, hoor je: “Ja, ik heb gebeden, ik doe al zoveel jaren zoveel sadhana, waarom komt Hij niet?” Gisteren had iemand het daarover. Je zou het leuk vinden als je kon zeggen: “Ja, ik wil Je, kom!” Het zou geweldig zijn! Op het moment dat je bidt en je zegt: “God, ik wil Je zo graag” en dan “Boem!”, zoals in films. Vaak zie je in een film dat God verschijnt. Boem! “Ja, mijn liefste, wat wil je?” Weet je, dit is het mooie: in het hinduïsme hebben we deze zoetheid waarmee we een relatie met God kunnen opbouwen, het doet er niet toe wat voor soort relatie. We hoeven Hem niet te vrezen. Weet je, in sommige religies is het zelfs verboden om de Naam van God uit te spreken. Je zou verdoemd worden. Maar als we het over bhakti hebben, is het zo mooi, zo lief, eigenlijk komt er geen einde aan. Wat is het geweldig. Zie hoe barmhartig de Heer is, dat Hij kwam als een herinnering aan Zijn Liefde voor jou; een herinnering dat je ziel naar Hem verlangt. Maar je moet jezelf er nog steeds aan herinneren. Hoe lang nog, hmm? Hoe lang? Wil je bij Hem zijn, ja of nee? Zeg gewoon ja als je wilt, als je niet wilt … Waarom?
Vraag Ma Bhagavati om Haar hulp, zodat het pad gemakkelijk voor je kan worden. Het betekent niet dat er geen uitdagingen zullen komen, maar Zij zal je bijstaan. Weet je, als je er bijvoorbeeld voor kiest om positief te zijn in het leven, is dat heel moeilijk. Wie zegt dat positiviteit gemakkelijk is? Is dat zo? Nee, dat is het niet! Maar negatief worden is heel gemakkelijk. Dus wees wijs, weet je, en laat je dragen.
…
Dat kind dat daar zit, Skanda, wordt normaal weergegeven met vijf hoofden. Shanmukha heeft vijf hoofden, die vijf zintuigen, weet je. Als je daar slaaf van wordt, zal het je nergens heen leiden. Het is dus een herinnering dat je je niet tot slaaf moet laten maken van die vijf zintuigen. Alleen dan kan Ze je dragen. Maar als je jezelf tot slaaf maakt, kan niemand je helpen.
Dus analyseer jezelf. Voel met je hart, niet met je gedachten. Het hart gaat over voelen. Als je het wilt voelen, ga dan stilzitten en bouw je relatie met Hem op, dien Hem. Het is zo makkelijk. Het gaat niet om zelfzuchtig zijn. Een devotee is onbaatzuchtig. Een devotee doet alles alleen omwille van Hem.
Vertrouw op Hem, dat Hij je plaatste waar je moet zijn.
Jai Gurudev iedereen!
Paramahamsa Sri Swami Vishwananda, Navaratri Satsang, in de Ashram ‘Shree Peetha Nilaya’, 3 oktober 2019