Vervolg op eerdere blogs over de heiligen, die op de muren van de tempel Bhutabhrteshwarnath mandir staan afgebeeld. Aaradhakananda, een bewoner van de ashram, beschrijft regelmatig op zijn Facebook-pagina het leven van een van deze heiligen. Een unieke kans om Vaishnava heiligen en Alvars (heilige poëten) te leren kennen en over de diepe kracht van overgave te lezen.

Annamacharya

De heilige componist werd volgens de Telugu “PANCHANGAM”(kalender) in het jaar 1408 geboren .

Hij componeerde 32.000 Sankeertana’s (devotionele liederen) en droeg ze aan Heer Venkateswar op. Saint Annamacharya is de eerste “VAGGEYAKARA” (een persoon die teksten, muziek en zang componeert) uit de Telugu literatuur.

Hij zong alleen om de Almachtige te behagen en om de boodschap door te geven om de mensheid te verheffen zonder oog voor materialistische verdiensten. Onder de indruk van zijn zoete devotionele composities vraagt zijn koning Annamacharya op een dag een lied voor hem te componeren. Annamaya weigert dit en de koning wordt boos en zet hem in de gevangenis. Door de kracht van Gods naam breken de kettingen en de koning realiseert zich zijn vergissing en vraagt om vergeving. Annamacharya verruilt het koninklijk hof voor Thirumala, het hof van VENKATESHWARA. Annamacharya introduceert vele “SEVA’S” (vrijwillige dienstverlening) aan de “Heer VENKATESHWARA” bij de “Tirumala Tempel” en propageerde zijn filosofie & glorie door zijn “SANKEERTANA’S” .

Sripad Ramdas Babaji Maharaj

Sripad Ramdas Babaji Maharaj werd op 4 april 1887 geboren en werd een wonderbaarlijke Vaishnava heilige en kirtaniya. Na een goede opleiding en verscheidene tekenen van goddelijk mededogen en dienstbaarheid aan alle wezens, ontmoette hij Sri Prabhu Jagatbandhu, die hem leidde en zijn eerste Guru was. In Navadwip ontmoette hij eindelijk Avatar Sri Sri Sri RadhaRamanCharan Das Deva, die hij volgde en tot het einde van zijn leven diende. Hij begeleidde zijn Guru met zijn adembenemende Sankirtan. Ze zongen “Bhaja Nitai Gauranga Radhe Shyam Japa Hare Krishna Hare ram“. Nadat zijn Guru was overleden, werd dit verlies en het verlangen Hem weer te ontmoeten zo treffend in een Kirtan weergegeven, dat niemand dit kon beschrijven. Zijn gemengde gevoelens werden zo weergegeven: “Als je mijn hand in de vorm van Sri Guru vasthoudt, heb ik niets meer te verwachten. Naam en Naamdaata zijn niet van elkaar gescheiden. Bind me vast aan jullie banden van liefde. Er is geen onderscheid tussen Naam, Naami & Naamdaataa.” Die dag was Ramdas Babaji onbedwingbaar, want hij bleef juweeltjes van zijn wijsheid aan alle aanwezigen schenken. Hij speelde verbazingwekkende, zoete leela’s in zijn leven. Toen de tijd kwam om met zijn Gurudev en de Heer (op Pad Bari Ashram) herenigd te worden, verzamelden alle devotees zich en speelden kirtan voor hem. Hij riep tot zijn Guru: “Bandhusundar! Radharaman!” En met één kreet van “Jai Nityananda Ram” die de hele ashram aan het schudden bracht, verliet hij zijn fysieke lichaam en sloot zich aan bij de Leela van de Heer in de hemel. Jai Nitai!

Dnyaneshwar

Dnyaneshwar ook bekend als Dnyandev of Mauli was een dertiende-eeuwse Marathi heilige, dichter, filosoof en yogi van de Nath traditie waarvan Dnyaneshwari (een commentaar op de Bhagavad Gita) en Amrutanubhav als hoogtepunten in de Marathi-literatuur worden beschouwd. Dnyaneshwar werd in 1275 (op de zegenrijke dag Krishna Janmashtami) tijdens de regering van de Yadava koning Ramadevarava in Apegaon aan de oever van de Godavari rivier in Maharashtra geboren. In het jaar 1290 componeerde Dnyaneshwar Dnyaneshwari, een toelichting op de Bhagavad Gita, dat later een fundamentele tekst van de Varkari-genootschap werd. Dnyaneshwari werd geschreven met behulp van de Ovi; een rijmschema, dat voor het eerst werd gebruikt bij het componeren van vrouwenliederen in Maharashtra. Een Ovi bestaat uit vier regels waarvan de eerste drie of de eerste en derde regel rijmen en de vierde regel een scherp en kort einde heeft. Dnyaneshwar’s devotionele composities, Abhanga’s genaamd, zouden zijn ontstaan tijdens zijn pelgrimstocht naar Pandharpur en andere heilige plaatsen, waar hij in de Varkari-traditie werd ingewijd. De Mahanubhava genootschap en de Nath Yogi-traditie waren twee prominente bewegingen in de tijd van Dnyaneshwar, die zijn werken hebben beïnvloed. Mahanubhava’s waren devotees van Krishna die het kastenstelsel, de Veda’s en de verering van de godheid Vitthala negeerden. Zijn gedachte was gebaseerd op de filosofie van de latere Vedische teksten, zoals de Upanishads en de Bhagavad Gita, en de toewijding aan Vitthala vormde de hoeksteen van de Varkari genootschap, dat gelijkheid predikte. De waarden van universele broederschap en mededogen, die hij in zijn werk omarmd heeft, kwamen voort uit zijn interacties met de toegewijde Vitthala-genootschap, een traditie die al bestond in de tijd van Dnyaneshwar. Hij ging in Sanjeevan Samadhi in een grot dichtbij Alandi en er wordt gezegd, dat hij er nu nog steeds zit.