In dit antwoord spreekt Paramahamsa Vishwananda over de werkelijke betekenis van ‘genade’. Hij beschrijft precies waar de genade in ons leven opduikt en wat er gebeurt als we ons er bewust van worden.

Genade is iets wat ons begrip, zoals we de dingen begrijpen, te boven gaat. Want zie je, zelfs als je wilt begrijpen wat genade is, zul je het niet begrijpen, want genade is spontaan; genade voltrekt zich automatisch als je er klaar voor bent.

Elk deel van ons leven is genade. Het leven zelf is een genade. Nemen we het leven wel waar? Nee, dat doen we niet, omdat we zo druk zijn met het maken van een bepaalde voorstelling van wat genade is. Dan creëert de mind een zekere fantasie of realiteit over wat genade is, terwijl het leven zelf een genade is.

Hoezo is het leven een genade? Omdat je zonder leven in dat lichaam hier niet zou zijn. Zonder leven in dat lichaam zou je niet in staat zijn om de Heer te prijzen. Zonder leven in dat lichaam zou je geen relatie met Hem kunnen opbouwen. Genade is dus voortdurend in je leven aanwezig. Als je kijkt waar je was en hoe het leven je vroeger behandelde, en waar je nu bent, dan vind je daar genade in, want hoe je het leven vroeger ervoer, was zeer beperkt. Weet je wel: ‘Ik ga naar mijn werk, ik doe dit en ik doe dat, ik krijg mijn maandelijks inkomen, ik koop dit, ik koop dat, ik maak mensen gelukkig, ik doe dit en dat’. Je was op een bepaalde manier geprogrammeerd.

Als je dus een bepaalde route in je leven volgt, dan neem je de genade in je leven niet waar, omdat je voortdurend vasthoudt aan je eigen kracht, je eigen sterkte. Je weet echter niet dat er achter die kracht Zijn Genade zit. Ben je je daarvan bewust? Nee, dat ben je niet, maar het is er wel. Al die miljoenen mensen, alle dieren, alle planten, alles wat in deze wereld gebeurt, draagt een zekere mate van die Genade in zich. Daarom gebeurt het. Zonder dat zou het niet gebeuren.

We zijn ons pas echt bewust van die Genade, wanneer we ophouden met ons te focussen op ‘mijn geluk’. Alles wat we doen, doen we voor ‘mijn geluk’. Je gaat op het spirituele pad – voor wiens geluk doe je dat? Doe je dat voor mij? Je doet het niet voor mij. Je doet het voor jezelf. Als je eet, eet je dan voor mij? Nee, je eet niet voor mij, je eet voor jezelf. Je gaat wandelen, joggen, naar de sportschool, voor wie doe je dat? Voor mij? Je doet het voor jezelf. Doe je het voor Krishna? Voor Giridhariji? Nee, je doet het niet voor Hem. Je doet het voor jezelf. Toch staat Hij achter alles. En dit is de genade: Hij is zo nederig, dat Hij niet onthult dat Hij de oorzaak van alles is, en dat Hij degene is die de energie achter alles is.

Als we het over ons Zelf hebben, het Atma, dan maakt dat deel uit van het Goddelijke, nietwaar? Waar hebben we het dan over? Je hebt het niet over jou. Je hebt het over Hem. Als dat Goddelijke niet aanwezig was binnen het Atma, zou het niet bestaan. Wat het Atma doet bestaan is dat deeltje van het Goddelijke Zelf. Zonder dat deeltje van het Goddelijke is het er niet. Maar neem je dat waar? Nee, dat doe je niet. Zoals er elektriciteit zit in al deze lampen, in de ventilator, de airconditioning, maar neem je die elektriciteit wel waar? Je neemt die niet waar, omdat die zo verspreid is. Dus wanneer begin je dat waar te nemen? Pas als je je er eenduidig op focust, als die focus op het Goddelijke gericht is, voortdurend in gedachten. Op wie? Op Hem. Het gaat niet meer om het ‘ik’. Het is niet meer ‘mijn geluk’ dat telt; dat doet er niet meer toe. Het is Zijn geluk dat telt.

Dit gebeurt niet zomaar van de ene op de andere dag, maar alleen als je regelmatig oefent. Als je oefent om jezelf eraan te herinneren dat je er niet voor jezelf bent, maar voor Hem, dan wordt Hij de realiteit en dan begin je Hem in elk aspect van wat je ook doet waar te nemen.
En dan merk je dat je leven altijd al een genade is geweest.

Paramahamsa Sri Swami Vishwananda

SATSANG IN DE ASHRAM
SHREE PEETHA NILAYA, 6 DECEMBER 2019