Paramahamsa Sri Swami Vishwananda leidde zelf de ceremoniën. Een toneelstuk over een aantal Leela’s uit het leven van Krishna werd opgevoerd: het stelen van de boter, het eten van de modder, waarbij Yashoda het universum te zien krijgt, het verlangen en de dans van de gopi’s, het bezoek van Shiva aan Krishna en meer.
‘Op het moment dat Krishna op Zijn fluit begon te spelen, riep Hij hen diep in hun hart. Dit innerlijke gevoel, deze oproep iets te ondernemen, ontwaakte in hun hart. Op deze manier konden zij niet ontrouw aan zichzelf zijn. Je kunt aan iedereen ontrouw zijn. Je kunt doen alsof; je kunt acteren. Maar kun je ontrouw zijn aan jezelf? Kun je ontrouw zijn aan jouw gevoel? Mensen zullen je proberen tegen te houden. Maar je kunt niet ontrouw zijn aan wat je vanbinnen voelt. Zo probeerden de familieleden van de gopi’s hen tegen te houden, maar hun innerlijke waarheid riep hen. Betoverd door dit innerlijke geluid van de fluit, weigerden zij dus terug te keren. Sommige gopi’s zaten in hun huis opgesloten. Het lukte hen niet Krishna fysiek te ontmoeten en ze konden de scheiding niet verdragen. Zij ontmoetten Hem dan ook vanbinnen. Zij daalden in hun hart af, waar zij op Krishna mediteerden. Hier wordt de levensreis van het verstand naar het hart verbeeld: veertig centimeter. Zij werden in pure Liefde ondergedompeld, in een Liefde zonder enige voorwaarden. Deze Liefde noemen wij ‘Prem’. In diepe meditatie omhelsden zij Krishna en gingen zij in een diepe extase.’
Een fragment uit het boek ‘De verlangende harten’ over het verlangen van de gopi’s naar hun Krishna.
“Je kent natuurlijk ook het verhaal van de Maha Raas en hoe Lord Shiva Zich vermomde en de vorm van een gopi aannam, maar Hij was zo groot en gespierd; hoe zou je dat kunnen verbergen? Zelfs wanneer Hij een sari droeg, zou je dat zien!
Maar Hij kwam en Lord Krishna accepteerde Hem. Zelfs Balarama, Zijn eigen broer, werd niet tot de Maha Raas met de gopi’s toegelaten, maar Shiva werd geaccepteerd. Zo ziet de relatie tussen Hen eruit, weet je? Dit is wat eenpuntige toewijding is; die focus “De Heer is mijn alles.” De mensen zeggen: “Ja, ik hou van U, God, U bent mijn alles.” Maar het is niet waar, jullie “alles”. Jullie zijn altijd alleen op dingen die jullie dierbaar zijn gericht . Dat is wat jullie liefhebben. Natuurlijk zeg je dat je God liefhebt, want dat is wat mensen behoren te zeggen, maar dat intense verlangen naar Hem, zoals de heiligen, de ware devotees van de Heer verlangen naar Hem, dat is wat de Heer zichtbaar maakt voor Zijn devotees.”