‘s Ochtends na de abishekam voor Hari Bhakti Poorna Shiva gaf Paramahamsa Vishwananda een inspirerende toespraak over Shiva en Zijn eenpuntige toewijding.
Maha Shivaratri werd afgelopen week uitgebreid gevierd in Shree Peetha Nilaya en een aantal Nederlandse devotees waren daarbij.
Paramahamsa Vishwananda voerde ‘s ochtends een abishekam op de murti van Hari Bhakta Poorna Shiva uit. Bij aanvang stormde, hagelde en regende het en aan het einde van de abishekam was het droog. Tijdens de mantra voor het reinigen van het voedsel, dat aan Hari Bhakta Poorna Shiva zou worden geofferd, regende het nog even en tijdens de aarti (het vuurritueel) brak de zon door.
Guruji hield een inspirerende toespraak:
Waarom vieren we Shivaratri en waarom is Shiva zo belangrijk?
HARI POORNA BHAKTA SHIVA in de Ashram, Shree Peetha Nilaya, 4 maart 2019
Jai Gurudev, iedereen en Happy Shivaratri!
Wel, Shivaratri is eigenlijk.., het woord ‘ratri’ betekent nacht, duisternis. Waarom vieren we Shivaratri? Want, zie je, elke maand is er een Shivaratri. Dit is Maha Shivaratri. Deze nacht symboliseert de duisternis van de mind. Op Shiva’s hoofd zie je altijd een maan, toch? De sikkel. Die halve maan symboliseert de mind waarmee we dingen begrijpen. Het is dezelfde mind die jou in Maya onderdompelt, maar ook de mind die je verheft, wanneer je bhakti en overgave hebt.
Zo zie je, we praten over de gedachteloze toestand en Shiva staat voor die gedachteloze toestand. Als we naar Hem kijken, is Hij immers altijd in diepe meditatie? Iemand die gedachteloos is, die geen verstand heeft, op wie zal die mediteren? Hij mediteert op Sriman Narayana. Daarom wordt Lord Shiva hier Poorna Bhakta Shiva genoemd, wat de ultieme toegewijde van de Heer betekent. Bhagavan Shiva en Sriman Narayana hebben een geweldige relatie met elkaar. Er is een vers dat zegt ‘Vaishnava Naam Yatha Shambhu’ wat betekent dat Lord Shiva de grootste Vaishnava is. De mensen denken waarschijnlijk vaak, waarom wij als Vaishnava’s deze grote Deity van Lord Shankar hier hebben. Waarom vieren we Shivaratri? Krishna zei: ‘Zij die aan Mijn devotees toegewijd zijn, zijn Mij het liefst’. Bhagavan Shiva symboliseert die mind, die zich volledig overgegeven heeft, die mind, die altijd op de Allerhoogste Realiteit gericht is; Hij roept op om je daarop te focussen. Hij focust niet op een leegte, Hij focust niet op de leegte, wat veel mensen denken. Hij focust op de Allerhoogste Heer en voor de mind is dit de ultieme realiteit om zich op te richten. Dit herinnert eraan, dat ook al overstijgen we de mind, er altijd een stukje van overblijft. Die mind die zich overgeeft, is de sikkel op Zijn hoofd en die is alleen gericht op de Voeten van de Heer. Zoals ik al zei, hebben Sriman Narayana en Bhagavan Shiva een hechte intieme relatie. Elke keer dat de Heer op de Aarde neerdaalt, is Lord Shiva er altijd op gebrand ook te komen, ofwel om Zijn zegen te ontvangen, ofwel om Zich te manifesteren om Hem te dienen. Zoals toen Hij in de vorm van Rama kwam, kwam Lord Shiva in de vorm van Hanuman.
De ultieme realiteit voor de mind is om zich te focussen op de Allerhoogste Heer.
Paramahamsa Vishwananda
Er is een prachtig verhaal; ik denk dat ik het al eens verteld heb. Toen Lord Krishna incarneerde, stuurde Kamsa veel demonen om Lord Krishna te doden, maar dat lukte niet. Na 12 dagen nam Lord Shiva een besluit. Hij zei: “Ik ga maar beter naar beneden. Het gebeurt niet vaak dat de Allerhoogste Heer Zelf incarneert op Aarde, dus ik moet Zijn darshan hebben, ik moet Hem zien”. Eerst bedacht Hij: “Oké, als ik ga zoals ik ben, dan zal iedereen mij herkennen”. Het zou overduidelijk geweest zijn dat Lord Shiva de Kailash had verlaten en voor Darshan van Lord Krishna was gekomen. Dus nam Hij de vorm van een brahmaan aan. Maar daar voelde Hij zich toch niet zo gelukkig mee. Hij zei: ‘Hij is de Allerhoogste Heer en Hij weet wie ik ben. Laat me Hem toch maar gaan aanbidden zoals ik ben, zoals ik eruit zie.”
Hij verscheen voor de deur van het huis van Nanda en Yashoda en vroeg om aalmoezen. Natuurlijk kwam moeder Yashoda, die zei: ‘Ik zal je rijst geven, ik zal je geven wat je nodig hebt’.
Heer Shiva zei: “Ik wil niets. Mijn vrouw is Annapurna, ik krijg genoeg. Ze voedt me voldoende. Ik wil maar één ding. Ik wil je zoon zien.”
Toen ze dat hoorde, zei moeder Yashoda: “Onmogelijk. Hij is klein en ik wil Hem niet naar buiten brengen.” Ze dacht aan al die demonen die waren gekomen om haar baby te doden, maar door de Goddelijke Voorzienigheid wist ze niet dat Hij de Allerhoogste Heer Zelf is. Ze was dus veilig. Lord Shiva herhaalde: “Ik wil niets. Ik wil alleen je kind. Ik wil slechts een glimp van je baby opvangen.”
Stel je voor, iemand die zoveel aandringt en je zegt nee tegen die persoon, iemand die voor je neus staat met een slang om zijn nek en geklitte haren, en helemaal wit, met as over zijn hele lichaam, – ik weet zeker dat je niet graag je baby aan zo’n persoon laat zien. Dus weigerde ze, ondanks Zijn herhaalde verzoeken.
Maar kijk, als een devotee zo innerlijk gedreven is, zo’n sterke verlangen heeft – niet naar de wereld, naar Maya, maar het sterke verlangen om de Heer te zien, hoe kan hem dat geweigerd worden? Natuurlijk is de Heer ook wel eens verraderlijk. Hij houdt ervan om Zijn devotees te testen, omdat Hij hen graag van alles tot Zijn object maakt. Hij wilde zelfs Lord Shiva testen: “Hoezeer verlang je naar Mij? Zul je gewoon van streek raken en vertrekken? Of wil je alleen maar Mij, wat er ook gebeurt?”
Toen zei Lord Shiva tegen Yashoda: “Moeder, je weigert mij de darshan. Ik ga nu weg, maar later zul je naar mij vragen.”
Op het moment dat Lord Shiva vertrok, begon baby Krishna non-stop te huilen. Zie je, zelfs Hij bezwijkt. Als iemand Hem zo toegewijd is, bezwijkt zelfs de Allerhoogste Heer, zo verheven als Hij kan zijn, Hij bezwijkt voor die bhakti van Lord Shiva. Baby Krishna hield maar niet op met huilen, wat Yashoda ook probeerde. Kijk, net zoals een devotee dit diepe verlangen naar de Heer heeft, zo heeft de Heer ook een diep verlangen naar Zijn devotee. Eerst zei de Heer: ‘Oké, ik zal je op de proef stellen’. En toen zei de devotee: ‘Ik zal U ook op de proef stellen’. Maar niet op dezelfde manier. Want als de Heer je beproeft, staat Hij je altijd bij. Maar als de devotee dit verlangen heeft en zegt: “Oké, U bent van mij, ik zal Uw spelletje wel meespelen. U verlangt naar mij, ik verlang ook naar U. U wilt me van U weghouden? Oké, prima, dan ga ik weg.”
Lord Shiva had immers tegen moeder Yashoda gezegd: ‘U zult naar mij vragen’. Ze probeerde het en het lukte haar niet. Toen was er één sakhi, één devotee. Eigenlijk was het Parvati Zelf in de vermomming van een oude dame, genaamd Lalitha – Ze zei tegen Yashoda: “Weet je nog toen ik op pelgrimsreis naar Kailash ging? Ik vertelde je over die grote yogi die ik heb ontmoet.” Kijk, grappig genoeg kon zelfs Yashoda Lord Shiva niet herkennen. Lord Shiva kwam met al Zijn attributen: trishul in Zijn hand, geklit haar, een maansikkel op Zijn hoofd, net zoals jullie Hem zien, maar zelfs Yashoda zag Hem niet; ze herkende Hem niet als Lord Shiva. Waarom niet? Omdat ze zo in de Madhurya Bhav was opgegaan, die zoetheid van de liefde van de ouder voor haar kind, dat het voor haar heel moeilijk was om zelfs Lord Shiva recht voor haar op te merken. Parvati kwam dus in de vorm van Lalitha en zei: “Je hebt zeker iemand met lege handen weggestuurd.” Weet je, in de hindoeïstische traditie moet je nooit iemand die om aalmoezen komt met lege handen wegsturen. “Ik denk de baby je daaraan herinnert, dat je die belediging hebt gedaan.”
Yashoda zei: “Ja, er was deze baba.” En ze beschreef hoe Hij eruit zag. Natuurlijk ging Moeder Parvati op zoek naar Shiva. Die zat op de oever van de Yamuna te wachten tot de Heer naar Hem zou vragen.
Eindelijk kwam Hij en Yashoda gaf baby Krishna aan Lord Shiva. Op het moment dat Hij baby Krishna vasthield, stopte Krishna met huilen. Hij begon meteen met Lord Shiva te spelen en te lachen en naar Hem te glimlachen. Yashoda vond het maar vreemd, maar ze was opgelucht, omdat ze voelde dat het een zegen was, die deze sadhu aan Lord Krishna gaf. Natuurlijk, in de ogen van de moeder is Hij nog steeds de baby. Toen zei ze tegen de sadhu, Heer Shiva: “U kunt niet met lege handen naar huis gaan. Ik zal U wat boter geven.” Toen klikte er iets in Shiva: “O, ja, Parvati wilde eigenlijk meekomen, maar vanwege de lange reis vroeg ze mij om wat boter uit Vraj voor haar mee te nemen.” Hij had gezegd: “Oké, dat zal ik doen.” Maar nadat Shiva Lord Krishna had ontmoet, was Hij in zo’n extase, dat Hij alleen maar aan Krishna kon denken. Weet je, Krishna houdt zo veel van boter dat Lord Shiva, op weg naar Kailash, zonder het te beseffen alle boter opat.
Toen Hij thuiskwam vroeg Parvati Hem: “Waar is mijn boter?” Hij schrok en gaf haar de pot, maar realiseerde Zich: “Oeps, er zit geen boter in.” Hij zei: “Ik heb hem opgegeten.” Parvati raakte erg overstuur, maar omdat Hij in diepe extase was en niet wist wat Hij deed, vulde de barmhartige Heer de pot opnieuw, zodat Moeder Parvati ook van die zaligheid kon genieten.
Dit is maar één voorval. Je kent natuurlijk ook het verhaal van de Maha Raas en hoe Lord Shiva Zich vermomde en de vorm van een gopi aannam, maar Hij was zo groot en gespierd; hoe zou je dat kunnen verbergen? Zelfs wanneer Hij een sari zou dragen, zou je dat zien!
Maar, Hij kwam en Heer Krishna accepteerde Hem. Zelfs Balarama, Zijn eigen broer, werd niet geaccepteerd, maar Shiva werd geaccepteerd. Zo ziet de relatie tussen Hen eruit, weet je? Dit is wat eenpuntige toewijding is; die focus “De Heer is mijn alles.” De mensen zeggen: “Ja, ik hou van U, God, U bent mijn alles.” Maar het is niet waar, jullie “alles”. Jullie zijn altijd alleen op dingen die jullie dierbaar zijn gericht . Dat is wat jullie liefhebben. Natuurlijk zeg je dat je God liefhebt, want dat is wat mensen behoren te zeggen, maar dat intense verlangen naar Hem, zoals de heiligen, de ware devotees van de Heer verlangen naar Hem, dat is wat de Heer zichtbaar maakt voor Zijn devotees.
Het is door die toewijding dat de Allerhoogste Heer je werkelijkheid wordt.
Paramahamsa Vishwananda
Daarom prijst Krishna bhakti. Het is door die toewijding dat de Allerhoogste Heer je werkelijkheid wordt. Als we bijvoorbeeld in Vraj kijken, nam Lord Shiva de vorm van de poortwachter van Vraj aan. Hij beschermt de vier richtingen. In Vrindavan heet Hij Gopeshwar; Hij geniet van de Leela zoals de gopi. In Mathura is Hij Bhooteshwar, Hij is als een spook. In Kamyavan is Hij Kameshwar, de Heer van de Liefde. In Nandagaun is Hij Nandeshwar. In Govardan, is Hij Chakreshwar, degene die ook de chakra vasthoudt. Hier heeft Shiva geen chakra in de hand, maar wanneer Hij met Sriman Narayana wordt geassocieerd , neemt Hij hetzelfde aspect aan van Hem op wie Hij gefocust is, Zijn Geliefde.
Kijk, als je je zo verdiept ben in gedachten aan je Geliefde (ik heb het niet over je fysieke geliefde, je weet wel dat dit niet zoveel betekent), als je zo op Guru en God gefocust bent, begin je naar Hun beeld te veranderen. Dat zie je heel vaak bij mensen met zo’n eenpuntige devotie. In India zie je dat de discipelen (hier gebruik ik het woord discipel, omdat alleen een discipel dat niveau bereikt) echt gaan lijken op hun Guru. Toen we eenmaal in Tara Peeth waren en we voor Darshan naar Godin Tara gingen, waren we vlakbij de ashram van Anandamoyi Ma. Daarom zei ik: “Kijk, we komen er langs, we moeten ook een Darshan van Ma hebben, toch?” Dus gingen we ernaar toe. Er was één dame in het bijzonder die een discipel van Anandamoyi Ma was. Ze was heel klein en ze was opgegroeid met Ma. Grappig, ze leek wel een kopie van Anandamoyi Ma. Er is geen verwantschap tussen hen. Eerst dacht ik en vroeg haar zelfs: “Ben jij Haar nichtje of een ander familielid van Haar?” Ze zei: “Nee, ik heb geen bloedverwantschap met Ma, maar Ma is mijn alles.” Ze was zo toegewijd dat ze precies op Haar leek.
Dit gebeurt er dus wanneer de mind volledig in de Heer opgaat, zoals Meerabai het zei, je bent dan doordrenkt van Zijn kleur. Dat is Holi, of niet? Je bent doordrenkt in Zijn Liefde, zodat je zelf niet bestaat, alleen Hij bestaat en dat is de realiteit. Als we kijken naar Lord Shiva die in diepe meditatie zit, die zich niet bewust is van de buitenwereld, maar helemaal opgaat in Zijn gedachten aan Zijn geliefde Lord Sriman Narayana, dan lijken ze op elkaar. Kijk naar Hem en kijk naar Krishna, is er enig verschil? Als Krishna zulk geklit en opgebonden haar had gehad, zou Hij op Hem lijken. Ze hebben dezelfde kleur, de kleur van oneindigheid en ze spelen hun rollen zo goed. Soms is Hij de bhakta. Soms laat de Heer zien hoezeer Hijzelf Lord Shiva toegewijd is en prijst Hij Lord Shiva. Net zoals Rama Avatar prees Hij Lord Shiva en richtte Hij grote gebeden tot Lord Shiva. Je denkt: “Oké, ja, Ze lijken op elkaar en Hij is een bhakta, maar waarom zou Hij Zijn devotee aanbidden?” Maar Hij aanbidt Zijn devotee niet. Hij aanbidt de bhakti in hem.
Zelfs de Heer neemt dat aspect van bhakti aan om aan de mensheid te laten zien, dat je mind, wat er ook gebeurt, volledig moet opgaan in Hem. Als je die Genade hebt, als je die kans hebt, moet je die niet verliezen, omdat je niet weet wanneer die kans in een van je levens weer voorbij komt, als die ooit komt. Daarom herinnert Lord Shiva er ons op deze dag van Shivaratri aan, dat het niet uitmaakt hoe donker deze wereld kan zijn, laat je gedachten nooit van de Voeten van de Heer afdwalen. Het maak niet uit wat er op je pad komt, laat die gedachten nooit naar links of rechts afdwalen. We bidden tot Lord Shiva dat een dergelijke bhakti ontwaakt in het denken van ieder van ons, want met die mind gaan we door het leven, toch? Het is de mind zelf die van zowel goede als niet zo goede dingen geniet.
“Shivaratri herinnert ons eraan dat het niet uitmaakt hoe donker deze wereld kan zijn, laat je gedachten nooit van de Voeten van de Heer afdwalen.”
Paramahamsa Vishwananda
Dus als die mind in de Ultieme is gecentreerd, zoals Hij volledig in die Hoogste Werkelijkheid is opgenomen, wat kan je dan van dat pad afbrengen? Niets. Maar heel vaak, creëren zelfs devotees van Narayana een belediging door te zeggen: “Oh weet je, Lord Shiva, we zouden niet tot Lord Shiva moeten bidden, want Hij is tamas guna.” Hij symboliseert die tamasische aard. Als we naar Hem kijken, is Hij omringd door spoken en kobolden enzo, weet je. We zien Hem dus als een symbool daarvoor. Maar kijk, tamasisch, rajasisch, satvisch, ze gaan allemaal samen. Hun taak staat vast, ieder heeft zijn eigen plicht te doen en ook Lord Shiva doet Zijn plicht.
Je weet dat koning Daksha Prajapati de vader van Sati is. We zien hoe hij Lord Shiva beledigt, zodat Lord Shiva de woeste vorm van Virabhadra aannam en hem doodde door zijn hoofd eraf te hakken. Maar zelfs Daksha, die zo’n grote devotee van Sriman Narayana is, was zo op Sriman Narayana gefocust, dat hij niet bij Lord Shiva betrokken wilde worden. Toen zei Sati: “Ik wil trouwen met Lord Shiva” en Daksha was geschokt! Hij zei: “Hoe kun je met zo iemand trouwen?” Dus toen zelfs zo’n grote devotee een nog grotere devotee beledigde, mengde Lord Narayana zich daar natuurlijk niet in. Hij zei: “Je moet gestraft worden en je zult daarvoor gestraft worden.” Daarom kwam Sriman Narayana niet tussenbeide toen Lord Shiva de vorm van Virabhadra aannam en het hoofd van Daksha Prajapati afhakte. Hij zei: “Hier, straf hem, hij verdient het.” Waarom? Vanwege zijn trots.
Heel vaak ontwaakt ook in devotees spirituele trots en daarom moeten we op onszelf letten. Want als we erg dichtbij de Guru staan, zijn we heel dichtbij God. We denken dat we Hem kennen en dan maak je een vergissing. Hoe kun je Degene die oneindig is kennen? Daksha, die zo trots was op zichzelf , maakte dus die overtreding Lord Shiva te beledigen. Daarom zei Sriman Narayana na het gebeuren tegen Lord Shiva: “Alsjeblieft, zegen hem, hij is een groot devotee en hij ziet zijn fout in” en vroeg Lord Shiva om vergeving, beseffende dat er geen verschil tussen Lord Shiva en Sriman Narayana bestaat, omdat Shiva in het hart van Narayana leeft en Narayana in het hart van Shiva. Dus hoe kunnen ze van elkaar verschillen?
Deze bhakti verenigt jullie harten, weet je. Wanneer het hart zo vol van die liefde en dit verlangen is, is er deze eenheid van de minnaar en de Geliefde. Dit is de eeuwigdurende relatie die bestaat, wanneer Hij jullie allen oproept devotee te zijn. Het gebeurt niet willekeurig. Het is een geheugensteuntje om je eraan te herinneren, dat je Hem alleen toebehoort, maar dat moet je wel voortdurend doen, anders zal trots, het ego, Maya, je van Hem wegnemen. Er zal dan zo’n grote afstand zijn, dat het zelfs duizenden of miljoenen levens kost om die in te halen.
Onthoud één ding: Hij is eindeloos, Hij is tijdloos, Hij is ultiem en Hij is eeuwig geduldig, Hij zal op je wachten. Maar als Genade komt en aan je deur klopt, omarm die, verwerp die niet. Wees niet zoals Daksha Prajapati. Zelfs als groot devotee, toen hij de Genade kreeg dat Lord Shiva Zelf als zijn schoonzoon aan zijn deur kwam kloppen, was zijn trots, zijn ego zo groot. Zorg dat de Heer niet een woeste vorm moet aannemen om je hieraan te herinneren. Vaak doet Hij dat, weet je. Waarom? Omdat Hij innig van je houdt en Hij wil jou volledig voor Zich. Daarom neemt Hij een bepaald aspect in je leven aan, om je eraan te herinneren dat je aan Hem behoort, zoals Hij aan jou toebehoort.
Ik wens jullie dan ook een gelukkig Shivaratri en zoals Lord Shiva’s mind altijd op de Leela van de Heer gericht zijn, moge jullie mind ook volledig van Zijn Liefde doordrongen zijn. Moge jullie hart in Zijn Verlangen ontwaken en moge jullie lichaam Hem eeuwig tot dienst zijn. Want als je dat niveau bereikt, zoals ik eerder uitgelegd heb, heb je een spiritueel lichaam en dat spirituele lichaam lijkt op Hem; iedereen is Vishnu geworden. Moge jullie toewijding tot de Heer door Zijn Genade eenpuntig worden en moge jullie hart door echte Liefde worden verteerd.