RAM DARBAR EN SARASWATI-DEVI zijn in de ashram aangekomen

Op 20 februari 2020 werd in de Bhutabhrteshwarnath Mandir de hele dag lang een ceremonie gehouden om de nieuwste aanwinst op de deities van de grote tempel te installeren: Sri Kripanidhe Ramachandra Bhagavan, Sita-devi, Lakshman en Hanumanji (samen bekend als Ram Darbar) en Saraswati-devi!

Het voorstellen van de Deities

Paramahamsa Vishwananda:

Jai Gurudev! Hier heb je Kripanidhe Sri Ramchandra Bhagavan, de Heer van Barmhartigheid. Hij houdt de boog in Zijn hand en met Zijn rechterhand geeft Hij de zegen. Hij is donker gekleurd, omdat Hij alles is. Zijn ogen zijn vol van Genade.

Naast Hem staat Zijn vrouw, Sita-devi, en rechts van hem staat Lakshman. Onderaan zit Hanumanji en Hanumanji is zo mooi, terwijl hij naar zijn geliefde Heer opkijkt. Dan heb je Ram Darbar als Shaligram, die komt uit Nepal. In deze Shaligram zie je Rama en Sita op de troon zitten. Aan Zijn voeten staan Hanuman, Narada, Narad Rishi, Brahma, Ganeshji en Shankar Bhagavan. Je hebt de twee broers, Bharat en Shatrughna, en Lakshmana en Valmiki zijn er ook. Vooraan staat de Padam van Sri Rama en voor Sita staat haar Padam.

Dit is Srimati Saraswati-devi. Ze is zo genadig. Je kunt zien hoe zuiver ze is. Ze houdt een veena in Haar hand. In een andere hand houdt ze de geschriften, in weer een andere de mala. Ze zit op een lotus en haar vahana is een zwaan. De zwaan symboliseert de zuiverheid van de mind, die zonder onwetendheid is. Door haar zegen houdt ze kennis in haar hand, en door kennis wordt jouw onwetendheid verwijderd. Het geluid is een kosmisch geluid dat je verheft. Wanneer je spiritueel wordt, hoor je het kosmische geluid van OM, waarin alles één wordt, alles. Zoals Krishna zei in de Gita: “De yogi neemt alleen mij waar.” Alleen door het geluid van OM kun je jezelf verheffen en de Heer overal waarnemen. En dat kun je alleen bereiken door japam, door het chanten van Zijn Goddelijke Naam. De mind wordt gezuiverd als de Naam van de Heer daar Zijn plaats inneemt. Anders blijf je altijd een slaaf van de mind en ben je nooit vrij.

Ma Saraswati-devi vragen we om de mind te verhelderen. Vraag Saraswati-devi om je kennis te geven, zodat je de dingen goed begrijpt, want jullie lezen graag zoveel en jullie luisteren naar allerlei dingen, maar toch komt het begrip niet. Dus vraag het aan Haar. Zij is degene die dat begrip verleent.

Die bhajan die je zingt is zo mooi. [Duniya Chale Na Shri Ram Ke Bina]

Om te begrijpen wat ze zojuist zong: het gaat erover dat de wereld niet zonder Rama kan bestaan, maar dat Rama niet kan bestaan zonder Hanuman. Het is zo grappig om die relatie tussen Lord Shiva en Rama te zien. In de Shiva Purana vraagt Parvati aan Lord Shankar: “Jij bent Maha-deva, niet? Jij bent de grote Deva, maar op wie mediteer je zo?” Want zie je, voor veel mensen, vooral voor Saivieten, is Shiva de Ultieme. Maar Shiva is ook Degene die alomtegenwoordig is. Dus toen ze Lord Shiva verpersoonlijkten, zeiden ze: “Op wie mediteert U?” Toen zei Lord Shiva: “Ik mediteer op Rama.” En toen Rama Zijn ogen sloot, vroeg Sita: “Aan wie denk je?” Hij zei: “Ik denk aan Lord Shiva.”

Deze relatie tussen de Heer en Zijn devotee is verbazingwekkend. Heel vaak zie je mensen met elkaar vechten, maar om die relatie te begrijpen, zul je zien dat Lord Shiva Sriman Narayana “Prabhu” noemde, en vice versa: Sriman Narayana noemde Lord Shiva “Prabhu”, en beiden buigen voor elkaar. Deze relatie tussen hen kent geen afscheiding. Toen Bhagavan incarneerde in de vorm van Lord Krishna, kon je zien dat Lord Shankar niet zomaar op de Kailash kon blijven zitten; Hij kon niet zeggen: ‘Oké, ik ga daar gewoon zitten wachten.’ Nee, Hij zei: “Het is zeer zeldzaam dat de Allerhoogste Heer op Aarde incarneert. Ik moet Zijn darshan gaan halen.”

In de tijd van Rama Avatar kwam Lord Shiva in de vorm van Hanuman om altijd bij Rama te zijn. Om daar ook te zijn nam Hij toen dat aspect aan. En toen de Heer kwam in de vorm van Krishna, was het zo vertederend, want toen Krishna nog een baby was, wilde Lord Shiva Darshan van Lord Krishna als baby. Hij zei: “Het is niet zo gewoon om de darshan van de Heer in een menselijke vorm te ontvangen.” Dus kwam Hij vermomd als een sadhu en ging darshan van Krishna halen. Maar Yashoda liet het niet toe. Yashoda zei: “Alsjeblieft, ik geef je alles, ik geef je diamanten, ik geef je parels, ik geef je goud, maar ik geef je mijn zoon niet.”Maar toen zei Hij: “Breng je kind tenminste naar buiten. Ik wil hem zo graag zien.”

Toen kwam Yogmaya en zei tegen Yashoda: ‘Oh, ik had je verteld dat ik op weg naar Kashi deze grote Maha Purusha tegenkwam; dit is hem, degene waar ik over sprak!’

Toen kalmeerde ze, maar gaf baby Krishna nog steeds niet aan Shiva in Zijn vorm van sadhu.

Toen Bhagavan Krishna later zijn Ras-lila opvoerde, kon Lord Shankar het weer niet laten. Hij moest wel komen. Hij kwam vermomd als een gopi. En natuurlijk herkende Lord Krishna Hem en zei: “Oké, ik zal met je dansen.” Zo werd hij onthuld, gevangen eigenlijk, omdat slechts twee personen de Tandav-dans kunnen doen, weet je. Alleen Shiva en Krishna, niemand anders. Dit is de kosmische dans van de schepping.

Als je naar de deity kijkt, zie je dat Hanuman altijd zit. Maar hij zit daar niet zomaar. Weet je, als jullie zitten, kijk je naar links, naar rechts, je ogen schieten heen en weer, je mind dwaalt van links naar rechts. Maar hij zit met een eenpuntige mind, hij richt zijn blik op zijn geliefde Heer. En Rama erkent hem ook, want als je de Heer als jouw geliefde aanneemt, worden de Heer en de minnaar één. Er is geen verschil. Beiden mengen zich met elkaar. Ook al blijven ze gescheiden, hun kwaliteit is dat niet; Rama woont in het hart van Hanuman en Hanuman woont in het hart van Rama. Daarom is deze bhajan zo mooi en zegt dat de een niet zonder de ander kan. Dat soort liefde kun je echte liefde noemen, weet je. Dat je niet zonder elkaar kunt. Ook al is Rama naar Vaikuntha gegaan, in Hanuman’s hart is Hij eeuwig aanwezig. En voor Hanumanji is er geen enkel moment dat Ram Nam niet op zijn lippen ligt. Er is geen enkel moment – ook al bewegen zijn lippen niet – dat hij de naam van Rama niet doet trillen.

…Rama zegt, ‘Je bent gelijk aan mijn broer, Bharat.’. Bharat was de lieveling van Rama. En naast Bharat staat Hanuman. Deze relatie is dus heel diep, want Lord Shiva kan niet zonder Narayana bestaan en Narayana kan niet zonder Lord Shiva bestaan.

In India kennen ze deze groet: ‘Radhe, Radhe’, alleen in Vrindavan, nergens anders. Maar elders groeten de mensen je met ‘Ram, Ram’. Ze zeggen niet maar één keer ‘Ram’, ze zeggen twee keer ‘Ram’. Zie je, als je het in het Sanskriet alfabet telt, vormt ‘Ram’ het getal 54. En als je ‘Ram, Ram’ zegt, chant je 108 keer ‘Ram’. Daarom begroeten ze iedereen met ‘Ram, Ram’.

Laten we eens naar de eigenschappen van Rama kijken. Jullie hebben allemaal de Ramayana gelezen of de film gezien. Als we naar Rama kijken, is Hij een erg verwarrende figuur. Rama’s verhaal is geen prachtig verhaal. Hij verbleef 14 jaar in ballingschap. Zijn vrouw werd ontvoerd door een schurk, Ravana. Denk je dat Hij een gelukkig mens was? Hij was altijd aan het huilen. Maar wat Hem groot maakt, is de kwaliteit waar Hij voor staat: als Hij zijn woord gaf, kwam Hij daar nooit op terug. Dat is wat Hem groot maakte. Toen Hij Zijn woord aan Zijn vrouw gaf, hield Hij vast aan Zijn vrouw. Zelfs toen iemand zijn vrouw had gestolen, bleef Hij bij zijn vrouw, Hij ging zijn vrouw redden. Hoe zou dat nu gaan? Als iemand je vrouw komt stelen, wat zeg je dan? ‘Alsjeblieft, neem haar maar mee, ik betaal je er zelfs voor. Je hebt me enorm geholpen.’ Maar Rama, nee. Die ging naar haar op zoek. Toen ontmoette Hij Hanumanji en aanvankelijk herkende Hanuman Hem niet. Hoewel hij Hem uiterlijk niet herkende, wist hij innerlijk: ‘Ik ken deze persoon.’

Als we naar Rama’s leven kijken, lijkt Hij heel menselijk. Maar Hanuman is er altijd. Als je naar het verhaal van Hanuman kijkt, is hij in alles zo krachtig, ook al vergat hij zijn kracht, zoals het in de Hanuman Chalisa staat. Hij viel de heiligen zozeer lastig, dat ze hem deden vergeten wie hij was, omdat hij zeer machtig was en de zegeningen van alle deva’s in zich droeg. Toch was het zijn trouw, zijn vastberadenheid en toewijding aan Lord Rama die hem echter groot maakte. Rama nam hem zelfs mee en zei: “Je bent gelijk aan mijn broer, Bharat.” Vergeet wiens incarnaties ze zijn, hier zijn ze gelijk: “Je bent gelijk aan mijn broer, Bharat.” Bharat was de lieveling van Rama. En na Bharat komt Hanuman. Deze relatie is dus heel diep, want Lord Shiva kan niet zonder Narayana bestaan en Narayana kan niet zonder Lord Shiva bestaan. Ze aanbidden elkaar, ze buigen voor elkaar, maar toch erkennen ze dat ieder zijn eigen spel te spelen heeft. Dus toen hij in de vorm van Hanuman kwam, toonde hij zijn kracht, zijn enorme kracht en zei: “Ja, ik zal gaan.”

Hij twijfelde geen moment aan Rama, maar hij zei: “Iedereen zegt dat U de Heer van het Universum bent, maar toch, hoe komt het dat U niet gewoon Zelf Uw vrouw kunt gaan halen?” Dit zou iedereen denken: ‘Jij bent God, waarom moet je Hanuman naar Lanka sturen om uit te zoeken waar Sita is?’ Is er een verschil tussen hen? Nee, het is dezelfde Heer. In de ene vorm neemt Hij het aspect van een devotee aan, in de andere het aspect van de Heer Zelf.
Hanuman koos ervoor om een dienaar te zijn: hij koos ervoor om Rama en zijn devotees eeuwig te dienen. Toen Rama vertrok, zegende Hij hem en zei: “Nee, jij blijft eeuwig hier. Jij blijft hier en zorgt voor mijn devotees.”

Bhagavan zal komen in de vorm waartoe je je het meest aangetrokken voelt en Hanumanji zal je altijd helpen.

Goswami Tulsidas had darshan van Hanuman. Hoe kon hij darshan van Hanuman krijgen? Hij hoorde een stem uit een boom en die stem zei tegen hem: “Je zult Hanumanji herkennen, want waar de Naam van Rama wordt gezongen, zal hij de eerste zijn die komt en de laatste die vertrekt.” Iedereen komt voor zijn eigen genoegen, maar Hanumanji komt voor Rama, omdat hij van die nectar van hari katha houdt. Zo kon Goswami Tulsidas hem ontmoeten. Hanuman zat daar in de vorm van een sadhu en Goswami Tulsidas zei: “Prabhu, ik weet dat je Hanumanji bent.” En Hanumanji zei: “Nee. Waar heb je het over?” Goswami Tulsidas zei: “Ik laat je niet gaan totdat je jezelf aan mij laat zien.” Hij zei: “Je bent een gekke man, ga weg!” En Goswami Tulsidas zei: “Ik mag dan wel gek zijn, maar ik laat je voeten niet los.” Zo hield Goswami Tulsidas de voeten van deze sadhu vast. Toen iedereen weg was, was Hanuman blij met zijn devotie, en hij toonde zichzelf en zei: “Kijk, ik ben de dienaar van de Heer en de Heer zal tot je komen, maar je moet hem dan wel herkennen.”

Hier gaat het nou om. Hoe zou je hem kunnen herkennen? Want als je kijkt, zie je alleen de buitenkant. Dat is wat Lord Krishna zei: “Dwazen kijken alleen naar de buitenwereld en dan denken ze dat ik slechts een mens ben.” Goswami Tulsidas was chandan aan het maken en toen kwamen er twee jonge kerels en vroegen hem: “Wil je ons wat chandan geven?” Toen hij opkeek, keek hij niet met zijn fysieke ogen, maar met zijn innerlijke ogen en hij herkende Rama en Lakshman. Maar om dat te bevestigen, zat Hanuman in de boom.

Dit herinnert je eraan dat erg veel devotees op die manier een darshan van Lord hebben gekregen. Zie je, Bhagavan zal komen in de vorm waartoe je je het meest aangetrokken voelt. En Hanumanji zal je altijd helpen. Als je naar deze Deity kijkt, is hij zo schattig, zeg ik je. De manier waarop hij naar Rama kijkt! Als mensen zo naar Bhagavan zouden kijken, als hun hart echt zou smelten, denk je dan dat Hij dan niet zal komen? Zeker wel!

Paramahamsa Sri Swami Vishwananda

SHREE PEETHA NILAYA, 20 februari, 2020