Tijdens het bezoek zei Guruji ook dat Hanuman altijd in de buurt is als er een tempel voor Ram wordt ingewijd, waaraan Hij toevoegde: “In werkelijkheid was Hij hier.”
Jai Gurudev,
Weet je, vaak zeggen de mensen: “Waarom hebben we deities nodig?” De deity is een uitdrukking van de liefde van de devotee. Als je tegen iemand zegt: “Druk jezelf uit aan de leegte”, lukt je dat dan? Het kan, maar de mensen zullen je wel een beetje gek vinden. Met een vorm wordt het echter gemakkelijk om je uit te drukken. Neem welke relatie dan ook. Als we het over een relatie hebben, is er automatisch iemand anders, er is geen leegte. Je kunt geen relatie hebben met lucht en zeggen: “Ik wil lucht knuffelen.”
God is Almachtig, Hij is alles, maar door de toewijding van de mensen kiest Hij ervoor zich te beperken. Hoeveel liefde heeft Hij voor ons dat Hij Zich zelfs tot een steen kan beperken? Hoe graag wilde Hij naar jullie toekomen? Hoe graag wil Hij dat jullie aan Hem denken? Maar die steen waarin Hij Zich wilde manifesteren is niet zomaar een gewone steen, want niet elke steen wordt een deity. De steen zelf moet een zeer gezegende steen zijn, toch? Net zo ontwaakt niet in elk hart de bhav om Hem lief te hebben. Je zegt: “Ja, we houden van God”, maar die emotie van werkelijk liefhebben ontwaakt niet in elk hart. Slechts zelden. Heel weinig harten weten echt wat het werkelijk betekent om Hem lief te hebben.
Dit geldt ook voor deze steen: maar weinig stenen hebben die Genade om tot een goddelijke vorm bewerkt te worden. Die vorm, door de toewijding, door het gebed, door de mantra, vragen we Purushottama Rama, dat Opperwezen, om Zich daarin te manifesteren, om ons te herinneren aan Zijn aanwezigheid en om ons te herinneren aan Zijn Liefde. Het is niet alleen een standbeeld dat je van buiten ziet. Nee. Na het gebed, door jullie devotie, is Hijzelf in het binnenste van het beeld aanwezig. Samen met Hem zijn hier Zijn vrouw Sita en Lakshmana, Hanuman en Garuda.
Er was eens een koning van Rajastan die heel erg anti-deities was. Een heilige bezocht hem en de koning zei tegen de heilige: “Hoe kunnen mensen zo dom zijn dat ze alleen maar steen en metaal en zo aanbidden?” De heilige hield zich stil. Na enige tijd riep de heilige de minister van de koning en zei tegen hem: “Hier hangt een portret van de koning aan de muur. Kun je dat naar beneden halen?” Toen ze het portret van de koning eraf genomen hadden, zei de heilige tegen de minister: “Spuug op dat beeld.” De minister was geschokt en de koning was boos.
Toen werd de heilige streng en zei: “Ik zeg je dat je op dat beeld moet spugen.” Dit bleef hij dus herhalen en herhalen. Natuurlijk raakte de minister geïrriteerd en de koning werd nog kwader. Toen zei de heilige: “Maar je zei eerder dat de deity slechts een steen is en dat je er niet in gelooft. Dus vraag ik je om op dit beeld te spugen! Het is gewoon verf, het is gewoon papier, het is levenloos, er zit niets in.” De minister zei: “Nee, dit is het portret van onze geliefde koning! Hoe kunnen we op hem spugen?”
En toen begreep de koning wat de heilige zei en hij viel aan zijn voeten en vroeg hem om vergeving.
Dus, ook al zie je alleen het uiterlijk, als je naar Zijn mooie gezicht kijkt, je ziet het beeld niet naar jou kijken. Je ziet een paar ogen die naar je kijken. En die ogen kijken niet alleen fysiek naar jou. Het dringt door tot in je ziel zelf en het kijkt naar wie en wat Hem toebehoort. Dat is het mooie als je je hart opent en naar Hem verlangt. Dan zie je dat Hij naar je kijkt. Hij geeft om jou.