Paramahamsa Vishwananda is in Vrindavan, waar Hij vandaag Darshan geeft.

“Het pad van devotie is een pad van het hart en in mindere mate van het denken. Het betekent niet dat we ons denkvermogen niet nodig hebben, maar in gedachten wordt er voortdurend vergeleken en geoordeeld. Vanuit dit denkvermogen veroordelen wij onszelf en anderen , omdat we niet kunnen accepteren wie we zijn. Het bhakti-pad, het pad van devotie moet je ‘leven’. Alles wat we dan doen is ‘devotie’ of opgedragen aan God.”

Guruji vertelde voor de Darshan het verhaal over een jongen met maar één arm, die judo wilde leren.

“Er was eens een tienjarige jongen, die een ongeluk kreeg en zijn linkerarm verloor. Toch wilde hij erg graag judo leren. Hij brandde van dit verlangen.
Hij ging op zoek naar een leraar, niemand wilde hem aannemen. Zij zeiden: “het is niet mogelijk. Als je judo wilt leren, heb je twee armen nodig.” Uiteindelijk kwam hij bij een oude Japanse Meester en die Japanse Meester wilde het hem leren. Hij zag bij hem iets diep van binnen, iets wat niemand anders kon zien. Alleen de Satguru kan dit zien, toch? Dus Hij stemde toe. Hij leerde hem in drie maanden slechts één techniek. Na drie maanden intensief geoefend te hebben, vroeg de jongen zich natuurlijk af waarom hij maar één techniek had moeten aanleren. De jongen verzamelde al zijn moed en zei tegen zijn Meester: “Luister, kent U slechts deze ene techniek? De Meester zei: “Nee, dit is de enige techniek, die jij moet kennen.” “Oké” zei de jongen. Na weer verschillende maanden geoefend te hebben, bracht de Meester hem naar een toernooi. Het eerste toernooi won hij. Het tweede toernooi, won hij. Wonderbaarlijk! Het derde toernooi was een beetje moeilijker, maar toch won hij. Hij bereikte de finale en bleef winnen. Dit was verbazingwekkend voor hem. Schokkend! Dus op de terugweg verzamelde hij veel moed en zei: “Sansei, kunt u mij alstublieft vertellen hoe het komt dat ik heb gewonnen? Toen zei de Meester: “Wel, je hebt gewonnen, omdat je één van de moeilijkste judo technieken onder de knie hebt. Ten tweede, je bent in staat die techniek te beantwoorden, omdat de ander jouw linkerhand moet kunnen pakken. Dus, op die manier heb jij gewonnen.”

Weet je, het gaat er niet om wat je wilt, het gaat erom wat je nodig hebt en God weet wat iemand nodig heeft. Dat is wat Genade brengt: wanneer je voortdurend in harmonie met het Goddelijke bent. Hoe kun je in harmonie met het Goddelijke zijn? Door voortdurend aan Hem te denken, door doordrenkt te zijn van Zijn Goddelijke Namen, door naar Hem te verlangen, die hunkering te hebben. Dat is het grootste geschenk dat God aan de mensheid heeft gegeven. Al deze dingen in de buitenwereld zullen komen en gaan. Vandaag heb je een groot herenhuis, morgen is het volledig verdwenen. Niets blijft. Het verkrijgen van die Genade, dat is wat belangrijk is.”

Paramahamsa Vishwananda

Darshan, 17 november, Vrindavan