Guruji is naar Afrika afgereisd om in Durban Darshan te geven.
Paramahamsa Vishwananda zei daar het volgende:
“Zolang mensen in hun leven gelukkig zijn, denken zij weinig aan God. Dit zei Gandhari (de moeder van de Kauravas) ook in de Mahabharata (de strijd tussen twee groepen van dezelfde familie, de Kauravas en Pandavaas) tegen Krishna, nadat de oorlog voorbij was: “Het enige wat ik U vraag, is om mij zoveel mogelijk problemen te geven, zodat ik U nooit zal vergeten.” Zoveel Liefde had zij voor de Heer! Ze had zoveel liefde voor Hem, dat ze de Heer vroeg: “Geef me veel problemen, zodat ik U altijd zal herinneren.”
Zo gaat het ook in ons leven. Er gebeuren dingen in ons leven, waardoor we God altijd kunnen herinneren. Maar we houden er niet van om voortdurend aan God herinnerd te worden. We houden ervan om ons het probleem voortdurend te herinneren. We houden ervan om onze gedachten, al onze aandacht en al onze energie, op het probleem gericht te houden, denkend dat we dan de oplossing zullen krijgen. Maar dit zal niet gebeuren, vanwege jouw beperkingen. Het denken is beperkt en het lichaam is beperkt en van vlees en bloed. Jouw verstand beperkt zich alleen tot de materie en de buitenwereld. Richt daarom jouw aandacht op God, wat er in je leven ook gebeurt. Wanneer je op het Goddelijke gericht bent, zal jouw denken elke keer positiever worden. Bouw aan deze relatie met God. Zing of doe aan Japa. Zingen is van alle culturen. Zing luid en vanuit je hart.
Je hoort gelukkig te zijn als je zingt, of wanneer je tot de Heer bidt, omdat Hij altijd bij jou is. Jouw ouders, jouw vader en moeder, zullen voor een tijdje bij jou zijn, maar Hij zal altijd bij jou zijn. Hij was vanaf het begin bij je en Hij zal altijd bij je zijn, tot het einde toe, totdat jij jouw Zelf realiseert en Hem bereikt. Hij is jouw beste vriend, maar Hij is de Enige die je werkelijk kunt vertrouwen en Hij is de Enige die jou voor alle problemen een oplossing aanreikt.
Denk aan de man die een lamp draagt en naar zijn buurman gaat om te vragen of hij licht voor hem heeft. De buurman lacht hem uit en zegt: “Je draagt het licht bij je. Waarom kom je dan naar mij toe?” Zo is het ook met jou. Jij draagt het licht in jou. Dus vergeet niet dat je binnenin deze mens, die jij bent, ook Goddelijk bent. Als jij je realiseert dat de Heer in jou is en dat jouw Atma onderdeel uitmaakt van het Paramatma, dan zul je deze menselijke kwaliteit overstijgen.”