Tijdens een Satsang ging Paramahamsa Vishwananda in op de volgende vraag:
“Wanneer zal het lijden van Jezus stoppen?”
Moehlin, Zwitserland, 21 Juni 2011
“Wel, Zijn lijden is gestopt, maar Hij lijdt als Hij jou ziet lijden. Hij lijdt wanneer Hij ziet dat jij jezelf laat lijden. Hoe kun je dit veranderen? Door jezelf te veranderen. Ik zei al eerder dat je positief moet worden en een zuiver hart moet hebben, weet je? Ik zei je jouw verstand te beheersen, jouw gedachten positief en zuiver te maken. Dit zal ook het lijden van Jezus stoppen. Jij zult gelukkig zijn.
Zie je, zoals Jezus zijn alle grote Avatars hier gekomen om, als Zij de mensen aanschouwen, hen te verheffen. Diep van binnen weten de mensen dat zij iets moeten veranderen. De Avatars zullen jou niet dwingen om te veranderen. Zij willen dat jij zelf de eerste stap zet. Als jij de eerste stap zet, zullen Zij naar jou toe snellen om je te helpen. Maar deze eerste stap…, veel mensen zijn zelfs nog niet zover om deze te zetten! Heel vaak stoppen zij halverwege en zeggen ze: “Ja, ik doe het”, en dan, “nee, ik doe het niet.” Dit gebeurt uit angst, weet je, want wat je naderhand ontvangt, is veel meer.
Als jij aan de andere kant door jouw sadhana het Zelf realiseert, bouw je een bepaalde kracht in jezelf op. Je wordt sterk van binnen. Als jij sterk van binnen bent, word je ook sterk van buiten. Als jij zwak van binnen bent, als jij jezelf verzwakt, zul je ook zwak in de buitenwereld zijn. Dit is de wil. Je moet over deze wilskracht beschikken. Als jij je ervan bewust bent dat je iets moet veranderen, verander het dan. Wacht niet tot de dag van morgen! Zeg niet: “Ik zal het doen, maar beetje bij beetje.” Zo werkt het niet, weet je? Verander het nu! Wil je iets veranderen, verander het dan nú. Als je het beetje bij beetje doet, zul je terugvallen.
Dit zal een einde aan al het lijden brengen dat alle Meesters ondergaan.”
Paramahamsa Vishwananda
Klik voor foto’s van dit Paasfeest in Shree Peetha Nilaya HIER.
“Je zult niet alleen vertrouwen moeten ontwikkelen. Het vertrouwen moet door een groot verlangen worden overstegen. Je zult moeten smachten naar God. Zolang dit grote verlangen er naar het Goddelijke niet is, is er altijd leegte.”
