Op de tweede avond van Navaratri sprak Paramahamsa Vishwananda over de Goddelijke Moeder als symbool van kennis, bhakti en zuivering. Hij eindigde Zijn satsang met een prachtig verhaal over Hanuman en Zijn toewijding aan Lord Rama. Deze avond werden ook twee rishi’s ingewijd, onder wie – voor het eerst binnen Bhakti Marga – een vrouw.

De speech van Paramahamsa Sri Swami Vishwananda

Vandaag vieren we de tweede dag van Maha Devi, genaamd Brahmacharini.

Eigenlijk is Brahmacharini niet alleen voor de brahmachari’s. Weet je, heel vaak denken de mensen dat Brahmacharini alleen is voor degenen die afstand van de wereld hebben gedaan en op een bepaalde manier leven. Natuurlijk, als je naar Brahmacharini kijkt, zie je dat ze Ze een rozenkrans en een pot vasthoudt. Die mala die Ze vasthoudt staat symbool voor kennis. Kennis is oneindig. Je denkt bijvoorbeeld dat je iets weet, maar er valt altijd nog iets te leren. Kennis houdt nooit op. De mala staat ook voor bhakti, want als kennis geen bhakti in je wekt, is die kennis nutteloos. Als we het hebben over kennis van buitenaf, dan hebben we het over onderwijs. Het onderwijs dat je op school krijgt helpt je alleen in de buitenwereld, maakt je tot iemand en geeft je een bepaalde baan in het leven. Maar dat is niet het enige doel.

Hoezeer je ook zegt: ‘Ja, ik ben op het bhakti pad, ik doe mijn toegewijde dienst’, als je mind zelf niet gezuiverd is, zul je nooit te weten komen wie je bent en wie Bhagavan is. Verstandelijk mag je alles weten, maar de mind blijft de mind.

Paramahamsa Vishwananda

Kennis is meer dan dat; kennis gaat over het kennen van jezelf. En om jezelf te kennen, moet je een zuivere mind hebben. Als je mind door negativiteit is aangetast, als je mind is aangetast door gehechtheid aan deze wereld en aan de uiterlijke realiteit, als je mind alleen naar buiten is gericht, zul je nooit weten wie je bent. Hoezeer je ook zegt: “Ja, ik ben op het bhakti pad, ik doe mijn toegewijde dienst”, als je mind zelf niet gezuiverd is, zul je nooit te weten komen wie je bent en wie Bhagavan is. Verstandelijk mag je dan alles weten, maar de mind blijft de mind.

Daarom heeft Ze een pot in Haar andere hand; om je eraan te herinneren dat je je mind moet zuiveren. Daarom draagt Ze wit. Dit is wie jij bent. Jij bent die eeuwige bron van alle energie. Jij bent de vertegenwoordiger van Sriman Narayana. Er is een vonk van Sriman Narayana in jou en die vonk wordt door niets aangetast. Zij is een herinnering daaraan, maar vanbinnen. Hoe vuil je mind ook is en hoezeer hij ook gezuiverd moet worden, toch, diep vanbinnen, is je Atma zuiver. Dat is een geheugensteuntje. Het betekent niet dat je maar lijdzaam blijft zitten en zegt: “Oké, mijn Atma is zuiver, dat is het, ik hoef niets te doen.” De rozenkrans is er dan om je eraan te herinneren dat je jezelf moet zuiveren, moet reinigen. Natuurlijk ken je jezelf niet, maar je kent je gedachten wel, toch? Je weet hoe je denkt. Je weet hoe je je gedraagt.

Iemand vroeg me eens: “Waarom is het zo veel gemakkelijker om negatief te worden, dan positief?” Dat ervaar je in je eigen leven. Het is waar dat het heel gemakkelijk is om negatief te worden, want dat gebeurt zonder moeite. De mind rent altijd naar buiten en als iets van buiten op je afkomt, is dat vanzelfsprekend, makkelijk. Daarom neemt de mind die negativiteit heel makkelijk op. Maar als je iets positiefs moet doen, kost het je moeite. Alles wat je doet dat je dichter bij je ware Zelf brengt, kost moeite. Het is je sadhana, het is – bhakti ontwaakt niet zomaar. Leven na leven met sadhana heb je de Genade gehad om Bhagavan te voelen; Hij heeft je die Genade gegeven om deel uit te maken van Zijn familie. Natuurlijk is alles Zijn familie, maar sommige mensen blijven ver weg. Zij, die er echter klaar voor zijn, roept Hij. Hij maakt hen klaar en geeft hen een zeker begrip. Maar dat moet je dan niet als vanzelfsprekend beschouwen. Je moet jezelf er altijd aan herinneren, waarom je hier bent. Misschien gaat het niet zoals je wilt, maar als je op Hem vertrouwt, weet je dat Hij in alles bij je is. Er is geen enkel moment [dat Hij dat niet is]. Hij heeft dat al heel lang geleden gepland en dit is de relatie die de bhakta met Bhagavan heeft. Misschien weet je het niet meer, maar Hij herinnert je er voortdurend aan. Of je nu in de Ashram woont of in de buitenwereld, het maakt niet uit waar je bent. Hij herinnert je voortdurend aan Zijn relatie met jou. Je denkt dat je iets voor Hem doet, nietwaar?  In werkelijkheid doet Hij alles voor jou, maar wat Hij doet is onzichtbaar voor je fysieke ogen. Daardoor verheugt zich je Atma vanbinnen; je Atma merkt dat, maar toch is het Atma nog niet klaar om zichzelf te onthullen.

Dat is waar ‘Brahmacharini’ voor staat: die zuiverheid van de mind, die positiviteit van de mind, waar Zij die Shakti is, die de Heer kan transformeren en aantrekken. Laat die bhakti in je ontwaken, maar leer eerst die gedachten positief te houden.

Paramahamsa Vishwananda

Eerder sprak Shyam over de Bhagavad Gita, over het moment waarop Arjuna de Heer vroeg: “Alstublieft, openbaart U zich aan mij!” Iedereen wil dat visioen, nietwaar? Maar waarom zijn er maar heel weinig mensen echt tot dat punt gekomen? Omdat slechts weinigen zich er klaar voor hebben gemaakt. Iedereen wil het, maar iedereen neemt dit als een vanzelfsprekendheid aan. Begrijp dat: zelfs dat verlangen, dat gevoel, ‘Ik wil deze relatie met Hem hebben’, zelfs dát wordt als vanzelfsprekend beschouwd, omdat je denkt dat je het centrum van de wereld bent, nietwaar? Je denkt dat het hele universum alleen om jou draait en dat God alleen jou heeft geschapen en niemand anders. Veel mensen denken zo. Veel religies denken zo: dat God alleen hen geschapen heeft en dat God er alleen voor hen is, voor niemand anders. God heeft alleen jou en jouw familie geschapen en Hij geeft alleen om jou en jouw familie. Alle andere mensen, nee, die kunnen Hem niet schelen. Maar wie heeft hen allemaal geschapen? Wie heeft iedereen geschapen? Is dat niet dezelfde Allerhoogste Heer? Maar niet iedereen kan Hem voelen, niet iedereen kan die relatie van Hem kennen, en niet iedereen heeft die Genade om te zeggen: “Ja, ik wil een relatie met Hem opbouwen.” Heel vaak ben je namelijk bang voor Hem. Dat is wat je verteld wordt: “Vrees God.” Maar op het Bhakti-pad zegt Bhagavan: “Nee, je hoeft Mij niet te vrezen. Je moet Mij liefhebben, zoals Ik jou liefheb. Waarom zou je Mij vrezen? Maar om Hem lief te hebben op de manier zoals Hij jou liefheeft, moet die mind overgaan in dezelfde toestand als die van Hem. Die mind moet ‘vergoddelijkt’ worden. Als die mind niet Goddelijk wordt, zullen jullie Hem nooit kunnen liefhebben. Vergeet het liefhebben van mensen; liefde op zich gaat het begripsvermogen van de mind te boven. Dat is waar ‘Brahmacharini’ voor staat: die zuiverheid van de mind, die positiviteit van de mind, waar Zij Shakti is, die kan transformeren en de Heer kan aantrekken. Laat die bhakti in je ontwaken, maar leer eerst die mind positief te houden. Het klinkt misschien heel gemakkelijk als ik er zo over praat, maar het is ook gemakkelijk om het te doen, als je het echt wilt. Je weet hoe moeilijk iets kan zijn, maar als je het wilt, heb je alle kracht, alle sterkte om het te doen, omdat je niet alleen bent. Guru en God zijn altijd bij je. Je merkt het misschien niet, maar onzichtbaar is Hun hand bij je en duwt je vooruit.

Hanuman’s buitengewone dienstbaarheid

(Gurudev vertelt het volgende verhaal gebaseerd op de traditionele mondelinge hervertellingen van de Ramayana)

Weet je, na de kroning van Lord Rama koos Hanuman ervoor om in Ayodhya te blijven. Terwijl ze erover spraken, zei Hanuman: “Ik zal hier blijven. Ik zal mijn Heer dienen. Daarvoor ben ik hier. Ik heb geen ander doel. Ik ben hier om Lord Rama te dienen.” Zo begon Hij Lord Rama te dienen. Elke taak die er in het koninkrijk was, deed Hij. Alles! Shatrughna, Lakshmana, Bharat en Sita hadden geen enkele taak. Ze deden hun best, maar Hanuman voerde zijn taken zo snel uit, dat ze de kans niet kregen om iets te doen. Ze begonnen van streek te raken: “Waarom doet Hanuman alles?” Ze kwamen bij elkaar en maakten een masterplan. Ze bespraken het en zeiden: “Hanuman doet alles, maar wij hebben ook het recht om onze Heer te dienen. Laten we dus een plan maken.”  Zo maakten ze voor elk van hen een schema met taken die ze moesten doen, Lakshmana, Bharat, Shatrughna en Sita. Ieder moest  zich aan dat schema houden. Maar natuurlijk kunnen zulke toegewijde bhakta’s van Lord Rama Hem niet zomaar negeren; ze moesten Rama om Zijn toestemming vragen, nietwaar?

Dus ging Sita naar Lord Rama en zei: “Mijn Heer, we zouden U ook graag willen dienen en zoals U weet doen we ons best daarvoor, maar Hanuman heeft alles overgenomen. We hebben een schema gemaakt. Alstublieft, we hebben Uw goedkeuring nodig.”

Rama keek even en zei: “Natuurlijk, ik zal het zo lezen.” Sita zei: ‘Nee, nee, U hoeft het niet te lezen, zet er gewoon Uw stempel op.” Rama glimlachte, tekende de brief, en Sita was erg blij en zei: “Joepie!”

Omdat ze Hanuman deze keer volledig hadden geboycot, omdat ze heel zorgvuldig hadden nagedacht, hadden ze elke dienst overgenomen. Lakshman had aan elke dienst gedacht. Ze waren geen enkele dienst vergeten, er was geen dienst over die Hanuman nog kon doen. Toen hun tijd gekomen was en Hanuman zou gaan dienen, hielden ze Hem tegen en zeiden: “Hanuman, je kunt geen dienst doen. Kijk, we hebben een schema gemaakt en we hebben gepland hoe we de Heer gaan dienen en de Heer heeft dat goedgekeurd. Kijk, Zijn handtekening staat hier.”
Met de handtekening van Lord Rama erop, kon Hanuman het natuurlijk niet ontkennen; Hij kon het niet afkeuren. Hanuman keek naar de lijst, zag Zijn naam er niet op staan en zei in Zichzelf: ‘Mijn naam staat er niet op.’ En Hij keek naar alle diensten, en alle diensten waren onder deze vier verdeeld. Hanumanji zei: “Oké, er is geen dienst voor mij bij.” En zo dacht hij een tijdje na. Hij sloot zijn ogen en kwam met een briljant idee. Hij zei: “Luister, ik kijk naar jullie lijst, maar de geeuwenknipdienst staat er niet op.”

Ze dachten: ‘Wat is nou weer een geeuwendknipdienst?’ Ramji lachte, omdat die vier samen niet eens Hanumans kennis konden evenaren. Hij was een aap, maar door Zijn bhakti aan Lord Rama, droeg Hij alle kennis in Zich. Zelfs Maha Lakshmi in de vorm van Sita Devi en Adishesh in de vorm van Lakshmana, Shanka Chakra als Sjatrujna en Bharat konden Hanuman niet evenaren in zijn dienstverlening. Rama lachte dus en zei: “Wauw, Hij heeft iets bedacht!” Toen vroegen ze aan Hanuman: “Leg ons alsjeblieft uit wat deze geeuwenknipdienst is en waarom deze dienst zo belangrijk is dat jij hem moet doen?”

Hanuman zei: “Deze dienst, zeg ik je, is zo bijzonder en heel, heel, heel, belangrijk! Want als de Heer geeuwt, moet ik met mijn vingers knippen, zodat Hem niets slechts overkomt.”

Hoe briljant is dit!

Geeuwen is onvoorspelbaar. Het kan altijd en overal gebeuren, dus moest Hanumanji de hele tijd bij Lord Rama blijven. Stel je die andere vier voor!

De andere vier werden dus door de geeuwenknipdienst verslagen. Hanuman liep de hele tijd achter Rama aan, klaar om met Zijn vingers te knippen. Hij wilde niet eens met Zijn rechterhand eten. Hij at met Zijn linkerhand en hield de rechterhand klaar om te knippen, zodra de Heer geeuwde.

Het was avond en Rama en Sita gingen naar hun slaapkamer. Hanuman maakte aanstalten om er ook heen te gaan.

Sita zei: ‘Stop! Dit hier is mijn domein! Ik wil je niet in mijn slaapkamer hebben. Ik ben hier met Rama!”

Wat te doen? Hanuman zei: “Ik moet daar zijn” en begon ruzie met Sita te maken.

Toen Rama dat zag, zei Hij tegen Hanuman: “Ga weg, alsjeblieft.”

Hanuman keek naar Rama en zei: “U wilt dat ik ga? Ik kan niet bij U weggaan!.” Hanuman dacht: ‘Hij wil me niet in Zijn slaapkamer, oké, dan ga ik naar het balkon.’ Hanuman ging naar buiten en ging op het balkon zitten. Maar hoe kon Hij weten wanneer Rama zou gapen? Hij dacht: ‘Als Hij geeuwt en ik knip niet met mijn vingers, wat gebeurt er dan? Dit is mijn dienst!’ Toen ging hij maar de hele nacht met Zijn vingers zitten knippen. Hoe meer Hij knipte, hoe meer Rama moest gapen.

Zie je hoe de dingen veranderen? Eerst zei Hij: “Ik knip alleen met m’n vingers als Rama geeuwt”, maar toen Hij daarmee begon, begon Rama te gapen.

Hij bleef dus maar met zijn vingers knippen, en knipte en knipte en wat gebeurde er toen? Rama werd moe en Hij stortte in met Zijn mond wijd open, omdat Zijn kaak zich had vastgeklemd. Wat een schok! Sita wist niet wat ze moest doen, toen ze Lord Rama daar zag met Zijn mond wijdopen en Zijn kaak geblokkeerd.

Op hetzelfde moment kwam Veda Vyasa voorbij. Hij zag Lord Rama in die toestand met Zijn mond wijd open en hij begreep wat er aan de hand was. Hij begreep die relatie tussen bhakta en Bhagavan. Dus zei hij: “Roep Hanuman.”

Iedereen zocht overal naar Hanuman, maar ze konden Hem niet vinden. Uiteindelijk vonden ze Hem op het balkon en riepen: “Hanuman, wat was je nou aan het doen?” Toen Hanuman Rama’s mond in die toestand zag, schrok Hij: “Waarom bent u in zo’n toestand, mijn Heer? Waarom? Wie heeft dat nou gedaan?” Rama slaagde erin om zijn kaak los te maken en zei: “Hanuman, hou alsjeblieft op met knippen in je vingers.”

Toen realiseerde Hanuman Zich dat telkens wanneer Hij met Zijn vingers knipte, de Heer moest gapen. Het was niet het geeuwen van de Heer dat Hem liet knippen, maar het was Zijn vingerknippen dat de Heer liet geeuwen.

Zo roept de Heer iedereen op te zijn. Als je mind net zoals die van Hanumanji is, vol van gedachten aan Lord Rama, dan zal bhakti in je ontwaken.

Hoeveel negativiteit er ook in deze wereld is, laat je mind daar niet in opgaan. De wereld zal namelijk niets verliezen; JIJ zult alles verliezen. Bij alles waar je mind negatief over wordt, ben jij het die zal lijden. Dat is waar Brahmacharini voor staat, die gezuiverde mind.

Jagadambe Mata ki…Jai!
Giridhari Lal ki…Jai!
Prem se bolo Satgurudeva Sri Swami Vishwananda Mahaprabhu ki…Jai!

Paramahamsa Vishwananda, Shree Peetha Nilaya, 30 september 2019

Navaratri 2019 Day 2 – Paramahamsa Vishwananda