Houd voortdurend in gedachten dat je nooit alleen bent.
PARAMAHAMSA VISHWANANDA JAYANTI in de ashram SHREE PEETHA NILAYA, 13 juni 2019
Jai Gurudev, iedereen!
Zie je, een incarnatie, geboren worden, dat is een mysterie op zich… Het is een diep mysterie. En waaróm is het een mysterie? Omdat allereerst een menselijke geboorte heel bijzonder is. Je hebt erover gehoord in vele satsangs, je krijgt een menselijke geboorte niet zo makkelijk. Maar eenmaal dat menselijk leven bereikt, is het ook erg belangrijk, hoé je met dat leven omgaat.
Zie je, iedereen is in het leven tot iets groots geroepen, want je bent niet het beperkte wezen, dat je denkt te zijn. Je bent meer dan dat. Niet jij alleen… Ik heb het over de mensheid in zijn geheel.
Heel vaak realiseren mensen zich niet waarom het leven er is, waarom iemand op aarde komt, waarom iemand geboren wordt. Zoals gezegd wordt: het leven zelf is een dienst, maar dienst aan wie? Dienst aan Sriman Narayana, dienst aan God. Als je dat eenmaal beseft, heb je je levensdoel zelf bereikt.
Het leven zelf is een dienst? Dienst aan Sriman Narayana, dienst aan God.
Paramahamsa Vishwananda
Waarom denk je dat incarnatie bestaat? Waarom komt de Guru?
Ik stelde een vraag, ik weet niet meer aan wie… waarom denk je dat incarnatie plaatsvindt? Wat denk je, komt de Guru voor de devotees, of komen de devotees voor de Guru? Aan wie vroeg ik dat ook alweer, ik kan het me niet herinneren… Wel, wat zou je antwoord zijn?
Laten we het aan de swami’s vragen… [Die zeggen: het is allebei het geval…] Het kan niet beide zijn, er is slechts een antwoord…
In werkelijkheid komt de Guru voor de devotees. De devotees kunnen niet voor de Guru komen, omdat de devotees nog steeds in de grip van Maya zijn. En dus blijf je komen – hoe vaak ben je al niet gekomen vooraleer de Meester komt, vele vele vele levens!
De ware vriend…Dat is wat ik in Brazilië, geloof ik, vertelde. Er is een mooi vers in de Uddhava Gita… Uddhava groeide op met Krishna, maar hij had Krishna nog nooit ergens om gevraagd. Dus toen Krishna aan het eind van Zijn incarnatie kwam, vroeg Hij: “Alsjeblieft, Uddhava, vraag Mij iets. Je hebt Mij nooit om iets gevraagd.”
Dus Uddhava dacht: “Wat kan ik Hem vragen? Hij is de Heer Zelf, Hij weet alles. Maar goed, ik zal Hem wat vragen.’ En zo vroeg hij allereerst om toestemming, en Heer Krishna stemde toe en zei: “Goed, wat je Mij ook zult vragen, zoals wat ik Arjuna gegeven heb de Bhagavad Gita heet, zo zal dat wat Ik jou als antwoord geef, jouw naam dragen. Het zal de Uddhava Gita heten.”
De eerste vraag die Uddhava dan stelde, luidde: “Wat is een ware vriend?” Lord Krishna zei dat een ware vriend iemand is die zijn vriend altijd te hulp schiet, zelfs ongevraagd. Uddhava zei: “Wow”
Lord Krishna zei dat een ware vriend iemand is die zijn vriend altijd te hulp schiet, zelfs ongevraagd.
Paramahamsa Vishwananda
Hij zei: ‘Woh, wat een geweldig antwoord geeft U! Mag ik U een tweede vraag stellen?” Krishna zei: “Jazeker, stel je vraag.” “U hebt me verteld wat een ware vriend is, maar vertel me dan, hoe ziet U de Pandava’s? Dat zijn toch Uw echte vrienden? Maar U kwam hen niet te hulp!” Uddhava ging verder en zei: “Toen Draupadi door Dushasana werd meegetrokken, waar was U? U zegt dat U een ware vriend bent. Toen de Pandava’s met de dobbelstenen speelden, waar was U? Yudhishtir had al met zijn broers gewed, waarom hebt U het spel niet stopgezet? Waar was U? U zegt dat U een echte vriend bent!”
Het verhaal over hoe Draupadi losliet
Dus, nadat hij klaar was met het stellen van deze vragen, antwoordde Lord Krishna hem en zei: “Het is allemaal waar, maar je moet begrijpen dat Ik, om te beginnen, gebonden was door het gebed van Yudhishtir zelf. Yudhishtir stond het Mij niet toe, hij bad dat Ik Me niet in het spel zou mengen. Hij wilde niet dat Ik erachter kwam dat hij het spel verloor door wangedrag van de tegenpartij. Dus hij stond het Mij niet toe. Hij bad en zei dat Ik me niet met de zaak zou bemoeien. Dus, als iemand Mij al door zijn gebed gebonden heeft, hoe kan Ik me daarin dan nog mengen?”
Ten tweede heb je het over Draupadi. Draupadi werd aan haar haren meegetrokken. Wat deed ze toen? Ze vervloekte Dushasana, ze vervloekte Duryodhan, en zo verder. Ze was erg druk met haar eigen kracht. En de Pandava’s, die huilden allen om hun eigen ellende, weet je, ze vervloekten Duryodhan. Geen van hen dacht ook maar een seconde aan Mij! En Ik was daar! Ik stond vlak achter de deur!’ Dat is wat Krishna zei, in de Uddhava Gita: “Ik stond vlak achter de deur!” Wat betekent dat: “Achter de deur”? Het kan de deur van de mind zijn, die iemand verhindert om de Heer Zelf te zien. Dus ze waren allemaal erg druk met zichzelf.
“En Draupadi op het einde, weet je, toen Dushasana haar ontkleedde, toén had ze het heldere inzicht om aan Mij te denken. En toén gebeurde ook het wonder! Op dát moment kwam Ik tussenbeide. Maar Ik was er al de hele tijd!”
Toen zei Uddhava: “Maar Heer, U zei net dat een echte vriend tussenbeide komt zonder vragen. U weet goed dat ze niet eens aan U hebben gedacht. Betekent dit dat U alleen maar helpt, als iemand om Uw hulp vraagt?”
Krishna glimlachte en zei tegen Uddhava: “Uddhava, begrijp het niet verkeerd. Het gaat hier om zeer wijze mensen. Beseffend dat ze helemaal alleen zijn, en zich realiserend dat ze aan het verliezen zijn, had Yudhishtir – zelfs eventjes – toch een ogenblik aan Mij kunnen denken! Enkel een gedachte, en ik zou tussengekomen zijn!” “Kijk naar Duryodhan. Hij is een wijs man, weet je! Want hij had alles materieel gesproken, maar miste het talent om te spelen… En dus wat deed hij? Hij riep de hulp van zijn oom in, die wel bedreven was in het dobbelspel, ook al was het een valsspeler.”
Toen zei Krishna: “Denk je dat, als Yudhishtir om Mijn hulp gevraagd had, Ik hem dan niet geholpen zou hebben? Zeer zeker wél! Denk je dat, welk getal op de dobbelsteen Duryodhan en zijn maten ook zouden hebben gevraagd, denk je dat dat getal eruit zou zijn gekomen, en dat ik hen dat zou hebben gegeven? Nee, dat zou ik niét hebben gedaan!” “Dat had kunnen gebeuren, door slechts één enkele gedachte! En nog een ding: wetende dat Ik overal in verblijf, dat Ik altijd de getuige ben van alles wat gebeurt, hoe konden ze denken dat ze alleen waren? Dus, hoe kun jij zelf nog wat ondernemen, als je weet dat God altijd bij je is? Dat kan niet! Maar dat kwam geen enkele keer in hun gedachten op! Dus dit is een mooi voorbeeld, van hoe mensen dit steeds weer vergeten. Omdat ze zo druk zijn met zélf alles op te knappen en na te dénken over hoe je gelukkig kunt worden, vergeten ze dat ze er eigenlijk nooit alleen voorstaan! Guru en God zijn altijd bij hen! Of ze dat nu willen of niet.

Maar heel dikwijls speelt het ego op, en denken mensen dat ze groot genoeg zijn, dat ze niemand anders nodig hebben. Ze hebben helemaal geen Guru nodig, ze hebben God niet nodig, ze kunnen het allemaal zelf wel aan, weet je. Maar het ligt anders, zie je.
De Guru incarneert voor jou Het is de Guru die voor de discipel komt. De discipel is al honderd, of misschien wel een miljoen keer, gekomen om genoeg punya te verdienen om zijn spirituele pad te kunnen vervolgen. Maar wat hem scheidt om werkelijk en goed die realiteit te zien, is zijn mind. Zie je, zolang de mind vermaakt wordt, denk je dat je gelukkig bent. En dit is waar mensen de fout ingaan. Zolang die mind niet wordt uitgedaagd, zul je niet vooruitkomen. Hoe die mind uit te dagen, is de taak van de Guru.
Want uit eigen beweging, zou jij nooit je mind laten veranderen, omdat je zoveel van je mind houdt. Je bent zo gesteld op wat je mind je vertelt, je zult niet toestaan die mind uit te dagen. Die mind zelf zal niet toestaan toe dat jij wordt uitgedaagd. Omdat jij denkt dat je mind je lieve vriend is. Weet je… Dus, wanneer zo’n gedachte opkomt, dat is net het punt waarop de Guru verschijnt, en die mind uitdaagt. Als je die uitdaging accepteert, als je over de brug komt, dán pas kan de transformatie plaatsvinden. Anders blijft de mind hetzelfde.
Hoeveel levens wil je nog? Denk niet dat in elk leven de Guru zal komen. Weet je, dit is een fout die mensen erg vaak maken. Ze denken: “Elke keer wanneer ik kom, zal de Guru ook komen.” Nee, de Guru zal hulp van andere bronnen toestaan en sturen, maar alleen jouw Guru kan je echt bevrijden.
Het niet zo dat om het even welke Guru jou kan bevrijden. Veel guru’s zullen je vertellen: “Ja hoor, wees gelukkig, geniet van de wereld, enzovoort.” Dat is waar, je moet gelukkig zijn, je moet genieten, maar je moet zeker ook het Allerhoogste Geluk ambiëren, zelfs als je het niet begrijpt. Maar dat Ultieme geluk zit diep binnenin je. En als het dus eenmaal duidelijk wordt wat je werkelijk wilt, dan sta je toe dat de Guru het overneemt.
Zoals ik eerder zei, in de Bhagavad Gita legde Krishna aan Arjuna uit dat het is alsof je in een auto zit. In je lichaam woont de Heer Zelf, maar als je Hem toestaat het over te nemen en je te besturen, dan wordt het iets heel anders. Als je evenwel op de bestuurdersstoel blijft zitten en zegt: “Nee, ik zal rijden!” dan zegt Hij: “Oké, prima, rijd maar!”
Jouw plicht: altijd beseffen dat je niet alleen bent!
Paramahamsa Vishwananda
Dus, op die manier, incarnatie is erg belangrijk om te beseffen waarom je hier bent, en waarom de Guru hier ook is. De Guru is hier niet voor Zichzelf. Ik ben niet gekomen, omdat ik iets moet bereiken. Als je zegt dat de devotee incarneert vanwege de Guru, nee, dat is niet zo. De Guru komt wanneer jij genoeg punya hebt, zodat je vrij kunt zijn. Dus, op die manier, moet ook jij je plicht vervullen door je dat ten volle te realiseren. Het is jouw PLICHT om jezelf er voortdurend aan te herinneren dat je nooit alleen bent.
Want het is zo gemakkelijk om te gaan zitten en ellendig te wezen, zeggende: “Ja, ik ben alleen.” Hoeveel mensen zeggen dat niet, iedere dag! Deze wereld zit vol met mensen die elke dag zitten te huilen om hun ellende. Maar dat is niet de bedoeling. De bedoeling is te ontwaken.
Beeld je in hoe enorm het universum is… Vaak denken we dat we zo speciaal zijn… Hoe zouden we nu “speciaal” kunnen zijn? Als je een relatie met God hebt, ben je ook in Zijn ogen, bijzonder. Net zoals jij dierbaar bent voor Hem, is Hij ook dierbaar voor jou. Dat is waarom Krishna zegt: “In het hart van de devotee dáns Ik.”
Hij is in elk hart aanwezig. Maar in elk hart is Hij vaak super-verveeld aan het wachten en wachten op de mensen. Stel het je voor! Dát is de reden waarom Sri Ranganath daar neerligt, in onze tempel. Hij zegt: “In vele harten lig ik daar maar te liggen!” Weet je?
“Maar in het hart van de devotee, dáns Ik!”… Wat die dans bepaalt, is de relatie die jij hebt met Hem. En de Guru is degene die getuige daarvan is, weet je, dat dit ook gebeurt.
Dus, je bent speciaal vanwege de nederigheid die je (ontwikkeld) hebt. Niet door de trots en het ego. Want trots en ego, die zijn er enkel voor nu.
Zoals ik zo vaak zeg: wanneer eenmaal je sterft, is het daarmee afgelopen! Wie zal zich jou herinneren? Als je kleinkinderen hebt, zullen ze nog aan je terugdenken: “Ooit had ik een grootmoeder of een grootvader”, en daarna is het voorbij. In de volgende generatie wordt er niet eens meer aan je gedacht.
Dus zo, als je in leven bent, dan denk je dat je o zo groot bent. Maar dan is het afgelopen. Je denkt dat je in dit hele universum zo groot bent. Stel je dit even voor, dat je thuis zit en denkt dat je zo bijzonder bent. Zoals ik zei, je buurman kent je waarschijnlijk niet eens. Beeld je het dorp in, of de stad waarin je woont. Hoeveel mensen hebben ooit van jou gehoord? Een handjevol. In jouw land, wie ben jij? Niets! In deze wereld, hoe bijzonder denk je dat je bent! Je bent niets. En beeld je nu in, hoe dat voor het universum zou zijn…
Weet je, er bestaat een afbeelding waarop alle planeten naast elkaar staan. Dan zie je dat de wereld zelf erg klein is. En dan, in dat hele universum, is onze planeet en dit hele zonnestelsel niets.
En toch… wat jou echt bijzonder maakt, is die relatie die je met hebt met God, met Hem die dat alles geschapen heeft. Dát is wat jou een speciaal gevoel geeft: jouw relatie met Hem. Leer Hem kennen! Het punt is dat Hij jou kent. Maar dat jij Hém niet kent. En dat is wat je moet gaan leren. En je leert Hem alleen kennen door die nederigheid in je hart, alleen wanneer die mind getransformeerd en veranderd is. Dán kun je je ware geluk bereiken.
Maar als je alleen aan de beperkingen denkt, wordt het heel moeilijk. Trouwens, wie anders dan jijzelf, beperkt jou? Want wat het Goddelijke wil, is dat jij gaat ontwaken, weet je. Tot je volledige potentieel, DIT IS WAAROM JIJ GEKOMEN BENT!
Want wat het Goddelijke wil, is dat jij gaat ontwaken, weet je. Tot je volledige potentieel, DIT IS WAAROM JIJ GEKOMEN BENT!
Paramahamsa Vishwananda
Natuurlijk vier je vandaag de verjaardag van de Guru, maar het is ook jouw verjaardag! Omdat er geen verschil meer is, van zodra je je dit gerealiseerd hebt. De Guru komt voor jullie! Voor jullie allen! En dat is wat je moet gaan begrijpen.
Dan zul je begrijpen waarom jij geïncarneerd bent.
En waar je wérkelijk naar verlangt.
Jai Gurudev!
