Samen met Paramahamsa Vishwananda volgen 100 pelgrims het spoor van Sri Narasimha en Sri Rama. Zij reizen door het oosten van India, Andhra Pradesh en Telangana.
De Sthala Purana van Simhachalam vertelt over de devotee Prahlad Maharaja en zijn demonische vader, Hiranyakashipu. Na vele mislukte aanslagen op Sri Prahlad, gaf Hiranyakashipu tenslotte de opdracht om Sri Prahlad de zee in te gooien en een enorme berg boven hem te plaatsen. De dienaren kozen ervoor om dit te doen bij Simhachalam, maar voor ze klaar waren, redde Narayana Prahlad door over de heuvel te springen en hem uit de zee te tillen. Simhachalam is daarom de plaats waar Prahlad door Narayana werd gered. Er wordt ook gezegd dat sinds Narayana in één keer sprong om Prahlad te redden, de Lotusvoeten van de Heer in Patala gingen. De lokale Sthala Purana zegt dat de Darshan van de Lotusvoeten van Narayana alleen voor inwoners van Patala Loka beschikbaar is.
Op verzoek van Prahlad nam Narayana toen de vorm aan van de Deity ‘Varaha Narasimha‘ aan, zodat Prahlad beide aspecten van de Heer kon zien – de Vorm waarin Hij Hiranyaksha eerder had gedood en de Vorm waarin Hij spoedig Hiranyakashipu zou doden. Na de dood van Hiranyakashipu bouwde Prahlad een tempel rond de Deity. Er wordt gezegd dat Prahlad, nadat hij het koninkrijk aan zijn zoon had overgedragen, de Deity persoonlijk aanbad. Aan het einde van Satya Yuga, misschien door verwaarlozing, verzamelde zich een enorme mierenhoop rond de Deity. Aan het begin van een andere yuga werd de Deity herontdekt door Pururava, de koning van de maandynastie, die wordt genoemd in de negende Canto van het Srimad Bhagavatam.
Pururava reisde met zijn vrouw, Urvashi, in een luchtschip over de heuvels van het zuiden en werd door een mysterieuze macht naar Simhachalam getrokken. Sommigen zeggen dat Narasimhadeva in Pururava’s droom was verschenen, waarop hij naar Simhachalam ging en de Deity in een tuin met Malati bomen ontdekte. Toch ontdekte hij de Deity en verwijderde hij het zand om Hem heen. Pururava hoorde toen een stem uit de hemel die hem vertelde om de godheid te bedekken met sandalhout-pasta, de Heer in deze vorm te aanbidden en Hem slechts eenmaal per jaar, op de dag van Chandanam yatra, hiervan te ontdoen en Hem te tonen. Na deze instructie bedekte Pururava de Deity met evenveel sandelhout-pulp, als zand dat hij had verwijderd. Hij aanbad de Deity en bouwde de tempel opnieuw op, die sindsdien heeft gefloreerd.