Op Babaji Dag sprak Paramahamsa Vishwananda over Mahavatar Babaji en wat het betekent om een yogi te zijn.
Jai Gurudev, iedereen! En een prachtige Babaji-dag!
Wat betekent dat? Weet je, elk jaar brengen we een eerbetoon aan die geweldige yogi. Sommige mensen hebben nog nooit van Hem gehoord. Anderen hebben pas net van Hem gehoord.
Een yogi functioneert heel anders. Iemand vroeg me eens: “Is Babaji een Vaishnava of is Hij Saiviet? Is Hij een Advaitist? Is Hij Advaita Dvaita? Wat is Hij?” Zo denken mensen er vaak over, want als we bepaalde dingen over een yogi zeggen, denk je: ‘Ja, een yogi is iemand die boven de dualiteit staat.’ Zoals Lord Krishna tegen Arjuna zei in hoofdstuk 6, vers 46: “Een yogi is groter dan een asceet, groter dan een geleerde, groter dan hij die handelt, karma yoga ….word een yogi’.”
Dus in welke toestand verkeert een yogi? Neem Mahavatar Babaji: Hij bestond voordat alle sampradaya’s waren geschapen en voordat de Saivieten of Vaishnava’s bestonden. Hij was er al. Waarschijnlijk heeft Hij Zelf enkele van de grote acharya’s tot het creëren van die sampradaya’s geïnspireerd.
Een yogi is groter dan een asceet, groter dan een geleerde, groter dan hij die handelt, karma yoga ….word een yogi’.”
Bhagavad Gita, hfdst. 6, vers 46
Want hoe meer je mind zich aan de alledaagse realiteit hecht, hoe meer je een bepaalde discipline nodig hebt. Een yogi gaat echter verder dan dat. Daarom zei Krishna: “Word geen asceet”, want van een asceet wordt erg veel verwacht. Een asceet doet al zijn ascese om zichzelf te beheersen. Hij moet dus voortdurend op zichzelf letten; hij moet altijd alert zijn. Deze verwachting leeft ook: ‘Als ik niet alert ben, kan ik vallen.’ Een geleerde, iemand die op zoek gaat naar kennis, duikt zelf in de boeken. Hij begrijpt slechts een beperkte versie van de dingen. Dus, wat gebeurt er met zijn kennis? Zijn ego komt ook tevoorschijn. Want als het ego opkomt, beginnen we onszelf te vergelijken, nietwaar? ‘Ik ben beter dan jij, omdat ik het beter weet.’ Hij, die handelt, zit ook weer vol verwachtingen, want niemand doet iets zonder er iets voor terug te verwachten.
“Maar Arjuna, wees niet zo. Sta daar boven.” Wat betekent: “Met vertrouwen, met liefde, aan mij toegewijd.” Hij zei “vertrouwen en liefde”. Hier spreekt Bhagavan Krishna niet alleen over het aspect Krishna. Hij zei: “Ik, die in jou zit. Herontdek wie je werkelijk bent.” En wat je vanbinnen bezit, gaat voorbij aan al dat drama dat je in je mind hebt gecreëerd, want al het drama dat je hebt gecreëerd, beperkt je. Een yogi staat boven dat drama. Alles wat Mahavatar Babaji al die eeuwen lang in Zijn leven heeft gezien, en al die grote wijzen…hoe is Hij daarbij? Hij is stil. Hij is kalm. Hij is de innerlijke waarnemer van de dingen, nietwaar? Je hoeft je dus niet naar de Himalaya te haasten om Hem te zien, maar je zult Hem vinden in de innerlijke kern van je hart, in de stilte van je hart.
Je vindt hem echter niet zoals je verwacht, weet je. Heel vaak zullen de mensen denken: ‘O ja, ik zal een grote yogi zien’ of wat dan ook. Nee, zo zul je Hem niet vinden! Je zult Hem vinden als de personificatie van het Zelf. Daarom zei Krishna: “De yogi neemt mij in alles waar”, omdat de yogi voorbij de dualiteit is gegaan. Als je naar de dingen kijkt, zit je daar erg aan vast, nietwaar? Als je iets begrijpt, zit je daaraan vast. Je begrip of je zicht is beperkt. Het is niet alleen maar zeggen: ‘Oké, hij is een grote yogi, dus we moeten zitten en mediteren zoals Hij.’ Nee! Hij herinnert je eraan wie je bent.
Daarom, toen Krishna Arjuna eraan herinnerde: “Word een yogi’, zei Hij dat niet alleen tegen Arjuna. Hij zegt het tegen ieder individu: “Ik zit in jou. Ik zit vanbinnen. Waarom zoek je mij buiten je? Zoek mij binnenin je. Als je mij buiten jou zoekt, zul je teleurgesteld worden.” Aan de buitenkant vind je alleen de beperking, maar vanuit Zijn Genade – omdat Hij heel goed weet dat onze mind erg wankelmoedig is – heeft Hij een gedaante aangenomen, zodat we ons op Hem kunnen concentreren en Hem kunnen dienen. Maar als die gedaante eenmaal in jezelf is verinnerlijkt, als je Hem vanbinnen ziet, draag je Hem altijd bij je, waar je ook bent. De heiligen zien niet of nemen niet zoals ‘normale’ mensen waar, weet je. Mensen zullen in je leven komen en gaan, maar de heilige blijft altijd dezelfde.
Ik vertel altijd het verhaal over Kabir die huilde. Ze vroegen hem: “Wie heeft je pijn gedaan? Wie heeft je kwaad gedaan?” Kabir zei dan: “Zus en zo is overleden.”
“Aha…”, zeiden ze, “…maar het is goed dat hij is overleden!” Hij zei: ‘Nee, nee, nee, het is niet goed, want hij was mijn weldoener. Wat hij ook deed – hij was een slecht mens, ja – maar in werkelijkheid dacht hij voortdurend aan mij.”
Dus zie je, we zien de dingen in een heel beperkte vorm. Zolang we de dingen in die beperkte vorm zien, zullen we ook slechts beperking ontvangen. Als je die beperking overstijgt, dan zul je Krishna in iedereen waarnemen, in alles, waar je ook bent. Hij is niet alleen iemand die in de tempel zit, Hij zit ook in de tempel van je hart. Dit is de plaats waar de yogi verblijft, de toestand van een yogi, dat, wanneer je je ogen sluit, je als eerste Hem ziet. Je ziet niet jezelf. Want wat zou je van jezelf zien? Wie ben jij? Welk leven? Want als je het over ‘jou’ hebt, dan heb je het over jou nu, nietwaar? Maar ‘jou’ heeft veel ‘jijen’. Van duizenden en miljoenen levens, welke noem je jezelf ‘jij’? Er bestaat echter die identiteit van het Atma, dat deel uitmaakt van Hem. Daarom neem je jezelf niet waar, maar alleen Hem. Een yogi gaat daar dus altijd helemaal in op. Zijn mind is helemaal daardoor geabsorbeerd; zijn hart is helemaal daardoor geabsorbeerd. Zo word je een yogi.
Nou, Mahavatar Babaji heeft me vandaag gevraagd om de derde kriya te onderwijzen. Ik begin dus vandaag. De derde kriya moet namelijk één op één gegeven worden; ik kan het niet gewoon in de massa doen.
Hoeveel van jullie hebben het tweede niveau van kriya? Wow, geweldig! Hoeveel van jullie hebben het al vijf jaar? Het werd gegeven in 2011, dus vijf jaar, meer dan vijf jaar… Steek je hand op! Goed. Hoeveel van jullie hebben dagelijks geoefend? Oh, mijn hemel! Heb je maar één keer per jaar gemist? Wat betekent dat je in vijf jaar tijd maar vijf keer hebt gemist? Als je geen één keer hebt gemist, is dat heel goed. Hoeveel van jullie hebben er niet meer dan vijf dagen gemist in vijf jaar? Dat is het? Oké, goed. Dan kun je later de derde kriya komen ontvangen. Maar vier mensen? Dat is een beetje beschamend. Vijf mensen. Goed. Dus jullie vijf, als je ziet dat je in vijf jaar niet meer dan vijf keer hebt gemist, dan kun je komen en ik zal je de derde kriya geven.
Ja Gurudev!
Paramahamsa Sri Swami Vishwananda
Babajidag in de Ashram Shree Peetha Nilaya, 30 november 2019